Binnenland

„Honderd dagen waarschijnlijk eenmalig”

Met het debat over het beleidsprogramma van het kabinet zijn de beroemde ”honderd dagen” van Balkenende IV echt afgesloten. Wat heeft dit nieuwigheidje het land opgeleverd? Is het, over vier jaar, voor herhaling vatbaar? Drie oppositiewoordvoerders én geestelijk vader Jack de Vries evalueren dit opmerkelijke stukje staatkundige vernieuwing.

Redactie politiek
20 June 2007 11:43Gewijzigd op 14 November 2020 04:52
Jack de Vries, bedenker van de honderddagentournee.
Jack de Vries, bedenker van de honderddagentournee.

Wie: B. J. van der VliesFunctie: fractievoorzitter SGP

Oordeel: „Vanzelfsprekend doet elk kabinet er goed aan zich te verstaan met de samenleving”, meent SGP-fractievoorzitter Van der Vlies. „En dat niet slechts honderd dagen, maar voortdurend.”

De SGP’er heeft er echter grote twijfels bij of het contact zoeken met het volk moet op de wijze van Balkenende IV. „Drie maanden geleden trad een volstrekt andere coalitie aan met een volstrekt andere uitstraling dan Balkenende I en II. Daardoor was er behoefte aan een pas op de plaats, dat kan ik best begrijpen.

Maar toen paars I overging in paars II was daar een veel minder markante cesuur. Ik denk dus dat het een eenmalig experiment is geweest.”

Volgens Van der Vlies hoeft het zeker niet herhaald te worden. „Het is toch vooral een grote show geworden.”


Wie: M. Rutte

Functie: fractievoorzitter VVD

Oordeel: „Deze coalitie heeft het honderddagenconcept van stal gehaald uit pure onzekerheid. Het is geen stabiele coalitie. Daarom wilde men een time-out om rustig aan elkaar te kunnen snuffelen.”

Dat er veel onzekerheid is over de stabiliteit van deze coalitie, merk je ook aan „de krampachtigheid waarmee de fractievoorzitters van de coalitie zich in het debat van gisteren aan elkaar en aan het kabinet vastklampten”, vindt Rutte.

Het is dan ook zijn vermoeden dat de honderddagenaanpak een eenmalig verschijnsel is geweest. „En dat is maar gelukkig ook. Als je in dialoog gaat, moet je dat altijd doen vanuit je eigen standpunten. Je moet niet als een stuk carbonpapier in de samenleving gaan liggen. Zo van: wij vinden niets, schrijf ons maar vol.”


Wie: A. Pechtold

Functie: fractievoorzitter D66

Oordeel: „Alles wat met democratische vernieuwing te maken heeft, heeft mijn warme belangstelling. Dat mag duidelijk zijn”, stelt D66-leider Pechtold. Hij is er „bijzonder voor de lijn naar de burger open te houden.”

Maar die honderd dagen, die hoeven van hem niet. „De drietrapsraket van regeerakkoord, beleidsprogramma en Prinsjesdag is al met al toch een onhandige constructie”, meent hij.

Als minister voor Bestuurlijke Vernieuwing ging Pechtold elke week op werkbezoek. „Meestal op maandag. En zonder camera’s.” Dat laatste werkte veel beter dan de opsmuk waarmee de honderd dagen van Balkenende IV gepaard gingen. „Dat was te veel opgetuigd, waardoor hoge verwachtingen ontstonden, die blijkbaar niet kunnen worden waargemaakt.”


Wie: Jack de Vries

Functie: bedenker concept

Oordeel: Jack de Vries, de bedenker en projectleider van de honderddagentournee, begrijpt niets van de kritiek van de oppositie. Van burgers hoort hij alleen maar positieve geluiden.

„Het is absoluut een goed concept”, meent de bekende spindoctor en vertrouweling van Balkenende. „Deze periode genereert veel extra aandacht voor het kabinetsbeleid. Als we dit concept niet hadden, was er lang niet zo veel over het beleid gepraat als nu. Daarnaast is het goed voor de democratische controle. De Kamer heeft nu, behalve Prinsjesdag, een extra kans om het kabinet aan de tand te voelen. Ten slotte is dit concept voor het kabinet een stok achter de deur om in korte tijd concrete maatregelen te presenteren. Het is echt een stimulans om creatief met beleid bezig te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer