De erbarmelijke toestand van veel kerkgebouwen stond eerder deze week op de agenda van de eerste gezamenlijke conferentie over onroerende goederen in Keulen, zo meldt de Duitse christelijke nieuwsdienst Idea.De bijeenkomst was georganiseerd door rooms-katholieke en protestantse organisaties die zich bezighouden met huisvestingsbeleid. Alleen al de hoge onderhoudskosten van gebouwen zorgen ervoor dat veel gemeenten nauwelijks geld overhouden voor andere zaken.

De Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland bezit in totaal rond de 60.000 gebouwen, waaronder ongeveer 24.500 kerken en kapellen. Een derde van deze panden is gebouwd in de negentiende of twintigste eeuw. Renovatie van deze gebouwen kost 6 miljard euro. Maar voor de instandhouding van kerken kunnen gemeenten te weinig geld opzijleggen.

Een gemiddeld Duits bisdom heeft jaarlijks ongeveer 45 miljoen euro nodig voor onderhoud. Er is echter slechts een bedrag tussen de 10 en de 15 miljoen euro beschikbaar.

De tijd dat iedere groep of gemeente een eigen kerkgebouw in Duitsland bezit, is voorbij, bleek tijdens de conferentie. Een gemeente die twijfelt over de aanschaf van een nieuw gebouw, kan beter een ruimte huren dan een nieuwe ruimte inrichten. Een van de conferentiedeelnemers gaf aan dat het „onzin” is om voor 4 miljoen euro een nieuw gebouw neer te zetten terwijl daarnaast een nagelnieuw pand leegstaat.

Protestantse gemeenten in Duitsland kampen met dezelfde problemen. Ondanks het verlies van leden zijn er recent echter twee nieuwe kerken gebouwd. Bovendien zijn de beheerkosten van kerkelijke onroerende goederen zeer hoog.

Met het oog op de afnemende inkomsten is bezuinigingen doorvoeren beter dan het opgeven van kerkgebouwen of het geven van een andere bestemming daaraan. Een voorstel was om kerkgebouwen op overdachte wijze aan derden te verhuren.