Baptisten Georgië zijn er voor het hele volk
NIJKERK - Een land met een grote uittocht van mensen, een werkloosheid van 50 procent en een stagnerende kerkgroei. Toch zien twee baptistenleiders in Georgië, Merab Gaprindashvili en Ilia Osepashvili, de toekomst hoopvol tegemoet. „De kerken zien nieuwe mogelijkheden voor evangelisatie en werken onder jongeren. Vooral diaconale hulp biedt ingangen voor het Evangelie.”
De twee leiders waren onlangs op uitnodiging van Kom over en help (KOEH) enkele dagen in Nederland. De stichting werkt sinds 2006 in deze voormalige Sovjetrepubliek. Ze wil een bijdrage leveren op het gebied van Bijbels, lectuur, ondersteuning van evangelisten, toerustingsconferenties, winterhulp, evangelisatiekampen en kerkbouw.Het land op de Transkaukasus heeft altijd een zelfstandige positie ingenomen. Het grootste deel van zijn geschiedenis is het helemaal niet met Rusland verbonden geweest, zodat de Georgische taal een eigen unieke taalgroep is met een eigen schrift. Het land is na Armenië de oudste christelijke staat van de wereld.
Het is bijna vijftien jaar geleden dat Georgië zich onafhankelijk verklaarde van de Sovjet-Unie en in een heftig en langdurig conflict kwam met het Russische machtscentrum. Het land raakte verstrikt in een aantal bloedige interetnische confrontaties, waarbij de Russen openlijk militaire steun verleenden aan separatistische groepen. Nog steeds heeft de hoofdstad Tbilisi over een deel van het land geen politieke controle. De deelrepublieken Abchazië en Zuid-Ossetië leiden al vele jaren een onafhankelijk bestaan, met steun van de Russen.
Dorstig
Merab Gaprindashvili is president van de Evangelische Baptistenkerk van Georgië en predikant van de Centrale Baptistengemeente van Tbilisi. Hij is verantwoordelijk voor het diaconale werk van de kerk, terwijl de bisschop verantwoordelijk is voor theologie en pastoraat. Ilia Osepashvili is eveneens predikant van de Centrale Baptistengemeente van Tbilisi.
Van de Georgiërs is 87 procent lid van de Georgisch-Orthodoxe Kerk. Baptisten vormen met hun 5000 gedoopte leden maar een kleine minderheid. De beide voorgangers behoren tot de geregistreerde baptisten. Een kleine groep van 1000 baptisten is in Georgië niet geregistreerd. Alleen op persoonlijk vlak zijn er contacten tussen beide groepen, zegt Gaprindashvili.
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie bestond de baptistengroep uit tien kerken en 2000 leden. Nu zijn er 72 gemeenten met 5000 leden, met daaromheen een grote rand van zo’n 17.000 mensen die regelmatig de diensten bezoeken. Gaprindashvili: „Direct na de val van het Sovjetrijk groeiden de kerken erg snel. Na zeventig jaar communisme waren mensen dorstig naar het goede nieuws, naar de Bijbel en Gods Woord, en wilden zij meer over Jezus weten. De Orthodoxe Kerk was op dat moment zwak en voorzag niet in de vervulling van geestelijke behoeften.”
Mensen zochten naar nieuwe oriëntatie en houvast, vult Osepashvili aan. „Ze hebben in het communisme geloofd en dat systeem viel plotseling weg. Mensen bezochten onze evangelisatiegroepen. Ook andere kerken werden op missionair terrein actief. Onze baptistengemeenten kregen regelmatig bezoek van buitenlanders, wat eveneens de interesse van de bevolking opwekte. Want weinigen in Georgië hadden contact met buitenlanders.”
Relikwie
Het feit dat de Bijbel enkele jaren geleden in toegankelijk Georgisch verscheen, heeft ook geleid tot meer interesse in het Woord. Gaprindashvili: „De Bijbel is nu te koop, maar voor velen te duur. Er is nog steeds grote behoefte aan meer kennis en informatie. Voor de Orthodoxe Kerk was het lezen van de Bijbel nooit gebruikelijk. Ze beschouwden de Bijbel als een relikwie die onder het stof ligt. Orthodoxen hebben de kerk alleen nodig voor doop, huwelijk en begrafenis, maar zien het geloof niet als een levende ervaring van de levende God.”
Na het communisme dreigen de vrijheid en het materialisme als gevaar, aldus de twee. Osepashvili: „Nadat het leven stabieler was geworden en de mensen op zoek gingen naar werk en geld, kwamen er andere prioriteiten. De groei van de kerk begon af te nemen. Toch zijn kerken nog steeds erg actief op het gebied van evangelisatie, vooral onder jongeren. Ook de diaconale hulpverlening geeft ingang om over het Evangelie te spreken. De baptistenkerken zien het als hun taak te protesteren tegen de zonden van het volk en de onrechtvaardige verhoudingen in de samenleving. Als baptisten zijn we er voor het hele volk. Dat ligt ook in de lijn van de boodschap van Jezus: bekering van het zondige leven en zorg dragen voor armen, zwakken en hulpbehoevenden.”
Er is momenteel volledige vrijheid van godsdienst, zeggen de leiders. Dat neemt niet weg dat er de nodige zorgen voor de kerken zijn. Gaprindashvili: „Het is nog steeds moeilijk om kerken te bouwen. Kerken zijn niet officieel geregistreerd en hebben geen wettelijke status, zelfs de Orthodoxe Kerk niet. Als we grond kopen, geldt dat als privé-eigendom. Als kerken zich als kerken willen profileren, moeten ze dat doen als ngo’s. Daar hebben de kerken bezwaar tegen, terecht. Ook ons diaconale werk kunnen we niet als kerk uitvoeren, maar moet gebeuren onder de paraplu van een humanitaire organisatie, in ons geval Bethanië.”
Sandra Roelofs
Georgië kampt met tal van maatschappelijke problemen: drugsgebruik, straatkinderen, armoede, honderdduizenden vluchtelingen uit de omringende landen. Osepashvili: „Er leven veel mensen onder de armoedegrens. Vijftig procent van de bevolking is werkloos. Georgië telt 5 miljoen inwoners, maar er leven meer dan 1 miljoen Georgiërs in het buitenland. De meesten van hen leven illegaal in bijvoorbeeld Griekenland en Turkije. Ook wonen er veel in Amerika. Al deze mensen sturen geld naar hun familie in Georgië om hen te ondersteunen.”
Toch hebben de leiders hoop dat de regering de uittocht zal doen verminderen en dat mensen weer terugkomen, onder meer door gunstige belastingmaatregelen. De economische situatie verbetert zich gaandeweg, er zijn meer en betere wegen en er is na jaren van problemen weer elektriciteit, al is die erg duur.
De beide baptisten zijn vol lof over de presidentsvrouw Sandra Roelofs, die uit Zeeuws-Vlaanderen komt. Osepashvili: „Ze is erg populair en doet veel aan maatschappelijk werk. Het Georgische volk houdt veel van haar.”
Gaprindashvili: „Ze is een met het volk en ze spreekt supergoed Georgisch, zonder accent en zonder grammaticale fouten. We hadden geen betere presidentsvrouw kunnen treffen. Ze heeft het hart van het volk gestolen.”