Het openbaar ministerie had vijf jaar gevangenisstraf geëist. De brand brak op 26 oktober 2005 kort voor middernacht uit in de cel van Al-J. Nadat bewakers de Libiër uit zijn cel hadden gered, lieten zij de celdeur openstaan, waardoor de brand zich razendsnel door de K-vleugel kon verspreiden. Later bleek dat elf mensen uit deze vleugel waren omgekomen.De Libiër heeft, liggend op zijn bed, een sigarettenpeuk weggeschoten zonder te controleren of die wel uit was, stelt de rechtbank. Volgens de rechtbank is die peuk terechtgekomen op een verfrommeld laken aan het voeteneinde, waar ook een deels afgerolde rol wc-papier lag.

Voor de rechtbank is het duidelijk dat een verband bestaat tussen de handelingen van Al-J. en de dood van elf medegedetineerden. De man heeft weliswaar niet de vooropgezette bedoeling gehad om brand te veroorzaken, maar hij heeft „welbewust het risico aanvaard”, meent de rechtbank.

Ze houdt Al-J. verantwoordelijk voor de sterfgevallen. Dat er bouwkundige gebreken waren en het bewakingspersoneel slecht getraind was, doet daar niet aan af. De rechtbank heeft met deze factoren in de straf wel rekening gehouden en drie in plaats van de geëiste vijf jaar gevangenisstraf opgelegd.

Advocaat Eduard Damman van Al-J. noemt de uitspraak „een hard gelag.” Zijn cliënt heeft nooit de bedoeling gehad vuur te maken en heeft zeker niet het risico aanvaard dat daardoor slachtoffers zouden vallen. De rechtbank vindt daarentegen dat het voorzienbaar is dat als er brand is in een gebouw waar mensen zijn opgesloten, daarbij doden kunnen vallen.

Het OM is in principe tevreden met de uitspraak, zei persofficier Maarten Vos. Hij meldde dat het OM binnen afzienbare tijd bekendmaakt of het ook anderen vervolgt voor hun rol in de Schipholbrand. Tegen onder anderen enkele bewakers loopt een vooronderzoek.