PKN treft regelingen voor gemeenten HHK
UTRECHT - De kleine synode van de Protestantse Kerk in Nederland heeft vrijdag ingestemd met voorzieningen voor de hersteld hervormde gemeenten in Genemuiden en Doornspijk. In beide plaatsen wordt kerkrentmeesterlijk en diaconaal vermogen overgedragen aan de hersteld hervormden. Bovendien bevat de voorziening regelingen voor een gezamenlijk gebruik van een aantal kerkelijke gebouwen.
Dat meldt de Protestantse Kerk in een persbericht. De kleine synode van de PKN heeft de voorzieningen, opgesteld door de commissie van bijzondere zorg (cbz), gistermiddag achter gesloten deuren goedgekeurd.Volgens de Protestantse Kerk is in Genemuiden ongeveer een derde van de ruim 4000 leden van de hervormde gemeente overgegaan naar de Hersteld Hervormde Kerk. „Feitelijk komt dit er op neer dat de hervormde gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland daardoor met twee wijkgemeenten verdergaat (in plaats van drie)”, aldus het persbericht. „De voorziening die nu is getroffen, houdt allereerst in dat er kerkrentmeesterlijk en diaconaal vermogen aan de hersteld hervormde gemeente van Genemuiden wordt overgedragen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over een gezamenlijk gebruik van twee kerkelijke gebouwen: het Hervormd Centrum (voor de wekelijkse kerkdiensten) en de Grote Kerk (voor bepaalde bijzondere diensten).
Na de totstandkoming van de Protestantse Kerk heeft in Doornspijk een ontvlechting van de leden plaatsgevonden. Daaruit blijkt dat ruim 1800 leden lid wilden zijn van de Hersteld Hervormde Kerk. Zeshonderd leden hebben aangegeven lid te willen blijven van de hervormde gemeente in de Protestantse Kerk.
De voorziening die nu is getroffen, houdt allereerst in dat de hersteld hervormde gemeente gedurende vijfentwintig jaren de mogelijkheid krijgt om op zondag kerkdiensten te houden in de Dorpskerk. Daarnaast zal ook de hervormde gemeente -die eigenaar blijft van de Dorpskerk- haar diensten in deze kerk gaan houden. De aanvangstijden van de diensten zullen per vier maanden wisselen.
De voorzieningenrechter in Zutphen bepaalde op 15 juni 2006 dat de hervormde gemeente weliswaar als eigenaar van de Dorpskerk en alle roerende en onroerende goederen moet worden beschouwd, maar dat ten aanzien van het gebruik van het kerkgebouw door de hervormde gemeente moest worden gewacht tot het moment dat de definitieve voorziening zou zijn getroffen. Ook riep de voorzieningenrechter op tot „onderling constructief overleg” over de ledenontvlechting.
„Dit overleg heeft in het afgelopen jaar plaatsgevonden”, aldus cbz. „Tot op heden staat de hersteld hervormde gemeente geen gebruik van de Dorpskerk toe aan de hervormde gemeente, omdat zij zichzelf als opvolger van de hervormde gemeente van vóór 1 mei 2004 beschouwt”, aldus de Protestantse Kerk.
De voorziening voor Doornspijk betreft verder een aantal vermogensrechtelijke zaken. „Allereerst wordt aan de hersteld hervormde gemeente de pastorie in erfpacht gegeven, voor een periode van vijftig jaar. Verder wordt het verenigingsgebouw Pro Rege om niet aan de hersteld hervormde gemeente overgedragen. Wel behoudt de hervormde gemeente het recht om het gebouw één avond in de week te gebruiken voor eigen kerkenwerk. Ook wordt een lening voor het kerkorgel door de hervormde gemeente overgenomen van de hersteld hervormde gemeente. Ten slotte wordt er diaconaal vermogen overgedragen aan de hersteld hervormden in Doornspijk”, aldus het persbericht van de Protestantse Kerk.