Dag jongeren
Dag jongeren. Die titel roept vragen op. Je kunt er namelijk verschillende kanten mee op. Laat ik meteen helder zijn: het is niet mijn bedoeling om een afscheidsgroet te zwaaien naar de vele jongeren die deze week geslaagd zijn voor hun examen vmbo, havo of vwo. Al maak ik wel van de gelegenheid gebruik om hen van harte te feliciteren met de geleverde prestatie en hen verder alle goeds toe te wensen.Maar eigenlijk gaat het mij daar niet om. Achter de kop van deze column hoort geen uitroepteken, maar een vraagteken: hebben we ze nog wel, onze jongeren? Of zijn we ze kwijt?
EO-Jongerendag
Afgelopen zaterdag werd de EO-Jongerendag gehouden. Maar liefst 34.000 jongeren maken tijd vrij voor dit evenement. Het is een enorme prestatie om zo veel jongeren bij elkaar te krijgen rond het Evangelie.
Met belangstelling heb ik het verslag in deze krant gelezen en op internet een aantal reacties en filmfragmenten gezien. Dan komt wel de vraag in hoeverre dit nog met het Evangelie te maken heeft. Natuurlijk haken de organisatoren van de dag erop in dat jongeren aangesproken worden door beeld en muziek.
Maar dit gaat verder: deze jeugdcultuur staat volgens mij haaks op het leven met de Heere. Het gaat, laten we daarin nuchter zijn, bij de jongeren ook om andere dingen dan het Evangelie. Ook een overtuigd moslima bijvoorbeeld schrijft dat ze er misschien volgend jaar weer bij wil zijn.
Wat me vooral stoort is dat de Bijbelse boodschap wel érg ondergeschikt gemaakt is aan de vorm. Als er te veel water bij de wijn gedaan wordt, heb je op een gegeven moment geen wijn meer. Ik heb dan ook met instemming kennisgenomen van het kritische commentaar in de krant van maandag.
Er blijven ook pijnpunten naar onszelf toe. De commentator van het RD spreekt van een onbetaalde rekening van de reformatorische kerken.
In eigen boezem
Onder die 34.000 waren er velen die het reformatorisch onderwijs volgen en zondags een degelijke preek horen. Jongeren met een kerkelijk huis. Door de kerken wordt heel wat georganiseerd. Naast het gemeentelijke jeugdwerk ook bijeenkomsten van jeugdbonden en -organisaties.
Natuurlijk, daar gaan ook jongeren heen. Maar niet in deze aantallen. Vele jongeren haken juist in eigen huis af. Waarom zijn ze niet te binden aan het eigen jeugdwerk en bezoeken ze wel de EO-Jongerendag?
Het is goedkoop om te volstaan met de opmerking dat ze alleen gaan voor de muziek en de presentatie. Ik leg de vraag dichterbij: waarom zijn wij niet in staat om ze te binden aan ons kerkelijk leven? Waardoor heeft de kerk zo weinig wervingskracht? Mogelijke oorzaken zijn de kerkelijke verdeeldheid, het materialisme en onkunde rond leer en leven.
Ouderen zijn gewend aan de kerkelijke verdeeldheid. Sterker nog, zij voelen zich er vaak wél bij. Het is fijn om bij gelijkgezinden te zitten, je kunt er stil en gerust bij leven. Ook Gods kinderen houden, bij alle herkenning die er bijvoorbeeld in buitenlandse kerkdiensten in de vakantie is, de scheiding in stand. Er zijn allerlei oorzaken aan te wijzen voor deze treurige verdeeldheid van het lichaam van Christus. Maar het is wel strijdig met Jezus’ Woord: ”opdat zij allen één zijn”. Voor jongeren is niet te begrijpen dat dit voor ouderen geen nood is.
Dan het materialisme. De gereformeerde gezindte heeft het in maatschappelijk opzicht niet slecht, veel inkomens liggen boven modaal en het uitgavenpatroon is daarmee in overeenstemming. Natuurlijk wordt er flink gegeven aan goede doelen, maar er wordt ook veel besteed aan vakanties, kleding en luxe in huis. Dat strookt niet met de belijdenis een pelgrim te zijn die de pinnen van zijn tent niet vast in de grond wil steken. Jongeren prikken daar keihard doorheen.
Ten slotte de onkunde. Veel jongeren weten niet meer wat de begrippen wedergeboorte en bekering inhouden, ze hebben geen idee van de hoofdzaken van de gereformeerde leer. Hoe is dat mogelijk, gezien de vele kerkdiensten, catechisatielessen en godsdienstlessen op school? Wel, er is zo veel dat hun aandacht vraagt. Waarom zou je jezelf druk maken om dingen die ouderen blijkbaar ook niet wezenlijk interesseren? Want er is ook veel onkunde over het leven: ze zien vaak niet wat het leven met de Heere inhoudt. Waar zijn de levende brieven van Christus bij ons als ouderen? Waarom laten Gods kinderen er zo weinig van zien?
Pinksteren
Ik heb veel vragen, ook aan mezelf. Toch wil ik niet in mineur eindigen. Want wij belijden een God van wonderen te hebben. Er is een oplossing, die van het gebed. Het was Paulus’ gewoonte om in al zijn gebeden altijd voor alle Filippensen voorbede te doen (Fil. 1:4). Hoe is het met ons gebed voor onze jongeren?
Een voortdurend gebed voor onze jongeren tot een God van wonderen! Zelfs massabekeringen worden dan mogelijk. Het is Pinksteren geweest. Drieduizend bekeerlingen op één dag. Hoe dat in zijn werk ging? Het begon met verslagenheid en met de vraag: wat moeten we doen? Er volgde een oproep tot bekering en geloof. Het eindigde met volharding, in geloof en gebed. En in gemeenschap. Het met elkaar delen van de materiële zaken en van de vreugde in God. Dán blijkt God Zijn zegen te schenken door dagelijks toe te doen tot de gemeente die zalig wordt. Ook jongeren.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl