Dat zei H. Feenstra, directeur van het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland, donderdagavond. Hij was een van de zeven deelnemers aan een door de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) georganiseerd forum in het gebouw van Driestar educatief in Gouda. Het forum had als titel ”Geliefde gemeente, beste jongeren” en ging over de relatie tussen jongeren en de gemeente.Feenstra vindt het bijzonder dat in gereformeerde bondsgemeenten zoveel jeugd aanwezig is. Jaarlijks verlaten 30.000 jongeren de kerk, zei hij. Hij waarschuwde om alert te zijn om de jongeren erbij te houden. Feenstra bespeurt ook bij bondsgemeenten een ondervertegenwoordiging van mensen in de leeftijd tussen 15 en 35 jaar.

De Dienstencentrumdirecteur vroeg om het Evangelie te delen met mensen die van buiten komen. Hij stelde voor om jeugdwerkleiders meer te betrekken bij de jongeren, omdat zij vaak grote invloed op hen hebben.

Aan het forum namen twee jongeren deel. Een van hen was Mirjam Verhage, die in samenwerking met de HGJB het boekje ”’t Maakt echt verschil, je bent jong en je gelooft”, geschreven heeft. Ze somde twaalf voorbeeldfiguren op die in haar leven belangrijk geweest zijn voor haar geloof. Bij die mensen behoorden haar ouders, een predikant uit een andere gemeente, iemand uit een andere gemeente die een Youth Alpha-cursus leidde, een artiest, twee schrijvers, een paar jongeren en een tante. De meesten van hen kwamen niet uit haar eigen gemeente. Ze vond haar thuisgemeente eerder een plek waar ze iets geeft dan waar ze iets ontvangt. Daar mist ze de ruimte om verder te groeien in het geloof.

Ook de andere jongere in het forum, Wim van Oort, kon niet zeggen zoveel ouderen in zijn gemeente te kennen die voor hem als voorbeeld gediend hebben. Hij heeft ”niet zozeer” wat aan ouderen in de gemeente, al ziet hij dat graag anders. Hij wil meer plaats voor ontmoeting tussen ouderen en jongeren. Ouderen met hun levenswijsheid kunnen juist goed leiding geven aan jongeren, vindt hij.

Volgens forumlid W. Hartog uit Krimpen aan den IJssel hebben kerkenraden vaak weinig zicht op de leefwereld van jongeren en zijn ze bang voor nieuwe ideeën. Volgens haar bestaat bij ouderen het vooroordeel dat jongeren alles anders willen en bij jongeren dat ouderen traditioneel zijn. Ze vraagt zich af of door deze houding de jongeren niet wegglippen.

Ouderling B. Wiltink uit Gouda ziet wel wat in diensten met ”toeters en bellen”, die in Gouda ’s middags gehouden worden en waarin jongeren meer tot hun recht komen. Tegelijkertijd vraagt hij zich af of deze diensten de jongeren niet van de gewone diensten vervreemden.

Ds. J. Harteman uit Hilversum noemde als concrete voorbeelden om de kloof met jongeren te overbruggen preekbesprekingen en gemeenteavonden voor jongeren. Een preekbespreking in de pastorie ervaren jongeren heel anders dan in een zaaltje bij de kerk. Jongeren zijn flexibel, constateerde hij. „De ene dag gaan ze naar de EO-Jongerendag en de volgende dag zitten ze in de kerk.”

Hij vindt het belangrijk dat bij de jongeren niemand buiten de groep terechtkomt, omdat zulke jongeren de meeste kans maken om af te haken.

Jongerenwerker W. Schonewille, vraagt zich af welke gemeente in het beleidsplan iets heeft over jongeren. Hij stelde voor dat kerkenraden geld beschikbaar stellen voor meer jongerenwerk.

In de zaal noemde iemand het voorbeeld van ontmoeting tussen oud en jong een kerkblad waarin een oudere en een jongere op elkaar reageren. Zij noemde ook het initiatief van enkele jongeren die bij ouderen op bezoek gaan. „Als je van de Heere en van de kerk houdt, moet er een weg voor ouderen en jongeren samen zijn.”