De honderdste uitzending op het web
De honderdste vrijgemaakt gereformeerde internetkerkdienst gaat op 22 september het world wide web op. Om bekeken en beluisterd te worden van Groningen tot aan de Maldiven. Internetkerkdiensten bieden mogelijkheden te over. Maar er zijn ook genoeg bezwaren. „De bezwaren mogen het jubileum echter niet verstoren”, vinden de betrokkenen. De honderdste uitzending als mijlpaaltje.
Frederik Boven is student filosofie én internetfreak. Zijn kompaan Maurits Kuiper is ict’er. Beiden behoren in Groningen tot de gereformeerd vrijgemaakte kerk. Hun betrokkenheid bij internetkerkdiensten uit eigen kring? „Die is slechts toevallig. We kregen allebei op de een of andere manier te maken met de website van onze kerkelijke gemeente - in webtermen verkort tot ”gvgroningen”.
Op 20 juni 1999 werd de eerste kerkdienst via het web, met geluid én beeld, uitgezonden. Een jaar later ging de site wekelijks de lucht in. De zeven vrijgemaakte kerken uit de stad Groningen, uit Haren en Hoogkerk participeren op de site. Betrokken bij de kerkdiensten zijn ook de kerken van Zuidwolde en Wetsinge-Sauwerd. Zou men ooit andere dan vrijgemaakte kerkdiensten willen uitzenden, dan moeten deze kerken daarvoor toestemming geven.
Een plan voor de nabije toekomst is het integraal uitzenden van de slotzitting van de synode van Zuidhorn, vlak bij Groningen. Een camera die vanuit de zaal beeld en geluid registreert, is er al. „De rijdende regiewagen, geleend van de vrijgemaakte stichting de Luisterpost/Bralectah, kunnen we zo naar Zuidhorn halen”, zeggen Boven en Kuiper.
Ze waren zich er allebei van bewust dat er haken en ogen zitten aan het wereldbreed uitzenden van kerkdiensten. „In ieder geval is het basisuitgangspunt dat het persoonlijk bijwonen van de zondagse kerkdiensten de enige echte manier is om het kerk-zijn te beleven. Tegelijk beseften we dat kerktelefoon duur geworden is en dat een dienst via het web goedkoper is. Daarbij bereikten ons signalen dat er ook vanuit het buitenland vraag zou zijn.”
De zondagse webdiensten worden door minimaal 120 adressen beluisterd en bekeken. De maximumscore ligt, tot nu toe, rond de 400 adressen per week.
„Er moest, voordat we aan de slag gingen, een aantal knopen doorgehakt worden, principieel en technisch. In enkele gevallen zijn beslissingen genomen na het raadplegen van de gebruikers. De overgrote meerderheid van de gebruikers gaf aan dat er wat hen betreft geen directe diensten uitgezonden behoefden te worden. Dat probleem loste zich dus vanzelf op. Voorzover wij weten zendt alleen de Haagse hervormde Bethlehemkerk live via het web uit, in beeld en geluid.”
Besloten werd dat de diensten een maand lang beschikbaar zouden blijven. Men heeft zich rekenschap gegeven van het feit dat het kerkelijk shoppen er wel eens door zou kunnen toenemen. „Maar je kunt ook benadrukken dat je met internetkerkdiensten een geweldige mogelijkheid van evangelisatie in handen hebt. Wij denken echter dat vrijgemaakte diensten nog te hoogdrempelig zijn om als echte evangelisatiediensten te functioneren. Daarom wordt in de toekomst waarschijnlijk een site opgezet die specifiek als evangelisatiemiddel gebruikt zal worden. Wij denken dan aan speciale welkomstdiensten.”
Volgens Boven en Kuiper zijn er best bezwaren aan te voeren tegen kerkdiensten op het web. Verzuimen mensen nu de dienst, om op een tijdstip dat het hun uitkomt, de knop in te drukken? „Dat valt enorm mee. Het is in elk geval niet aantoonbaar.”
Hoewel in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt tegenwoordig een grote diversiteit bestaat wat betreft prediking en liturgische invulling, selecteren de beide webmasters niet. „We werken gewoon het rooster af.” Men beseft wel dat veel buitenlanders die de diensten meemaken, niet zo enthousiast zijn over liturgische vernieuwingen. Een bezoekersoverzicht op de site laat bij de laatste tien vier buitenlandse providers zien. Alleen is het opnametechnisch nogal moeilijk als de zogeheten orde van dienst C gehanteerd wordt. „Dat betekent dat er snelle wisselingen zijn tussen het lezen van tekst en het zingen. Dan moet je veelvuldig en snel van beeld wisselen.”
Technisch komt er bij een internetkerkdienst best wat kijken. Minimaal drie mensen zijn bezig met camera’s en regie. Die mensen maken zelf van de dienst weinig mee. „Daarom willen we niet toe naar twee internetuitzendingen per zondag.”
Bij de opname staat een vaste, vanuit de regiewagen inzoombare camera achter de preekstoel. Een tweede camera is juist andersom opgesteld en is draaibaar. Om de dienst niet al te monotoon te laten overkomen voegt men voor de afwisseling foto’s van kroonluchters of van het orgel in.
Er wordt ingezet op een hoge geluidskwaliteit; de beeldkwaliteit is daardoor tot nu toe matig. „Maar er moet nogal wat geïnvesteerd worden aan camera’s en software. De kijkers-hoorders hoeven alleen maar het programma Real Player 8 gratis te downloaden om alles te kunnen zien en horen. Maar beeldvullende topkwaliteit is nog steeds toekomstmuziek.”
De internetkerkdienst is in elk geval niet in staat de echte dienst te vervangen, mede door de geringe snelheid waarmee de beelden samen met het geluid over de telefoonlijn verzonden kunnen worden. Maar wat op dit moment, aldus Boven en Kuiper, nog niet kan, kan in de toekomst best werkelijkheid worden.