„Je moet stoppen: het kind komt”
ROTTERDAM - Langs de snelweg bij Rotterdam baarde Heidi van Dijk maandag een gezonde baby. „Ik was helemaal overrompeld.”
De moeder voelde maandagavond weeën opkomen. „Het bleek dat de baby in het vruchtwater had gepoept. We moesten direct naar het ziekenhuis.”Rond middernacht stapte Richard in de auto, met Heidi aan zijn zij. De verloskundige ging in haar eigen auto achter hen aan.
Tijdens de spoedrit naar het St. Fransicus Gasthuis voelde de moeder, vijf minuten na vertrek, opnieuw de weeën komen. „Ik riep naar mijn man: Je moet stoppen! Het kind komt! Toen antwoordde mijn man: Nog een klein stukje, en we zijn er. Ik voelde snel weer een perswee komen. Het kind kwam er al uit.”
Richard van Dijk parkeerde de auto als de wiedeweerga op de afrit Crooswijk van de A20. De auto stond schuin op de vrachtwagenbaan geparkeerd. Toen ging het allemaal razendsnel. „De leuning van mijn stoel is gauw achterovergedraaid. De verloskundige parkeerde haar auto achter ons en is me gaan helpen. Dat deed ze heel goed.” Haar man heeft weinig van de geboorte van zijn vierde kind meegemaakt. „Hij heeft een deken gepakt en die over me heen gelegd. Verder heeft hij de alarmlichten van de auto van de verpleegkundige aangezet.”
De bevalling op de snelweg was een bijzondere ervaring, zegt het echtpaar, dat verbonden is aan de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Centrum. „Het was heel apart. Ik was helemaal overrompeld, maar niet bang. Het ging allemaal supersnel. Binnen vijf minuten was het kind er. Ik herinner me nog dat ik een vrachtwagen van TNT voorbij zag rijden.”
Moeder en de kleine Alida werden uiteindelijk door een ambulance naar het St. Fransicus Gasthuis gebracht. „Daar vonden ze het ook heel apart. Mijn verloskundige zei dat ze dit in 34 jaar niet heeft meegemaakt.”
Het is voor moeder Van Dijk niet nieuw om razendsnel een kind ter wereld te brengen. „In 2000 is onze tweede, een jongen, geboren in de gang. Toen hield ik het ook niet meer.”