Heden
Ziedaar een geroep. Het zegt tegen u: Zie, de bruidegom komt, ga Hem tegemoet. Wanneer u dan van Gods oordelen hoort, die hier en daar onder de christenen plaatsvinden, zijn dat niet alle tekenen die u aan moeten sporen, omdat de komst van Christus naderbij komt? Zij sporen aan om Hem met waakzaamheid tegemoet te gaan.
Als u ziet dat de zon van het Evangelie hier en daar verduisterd wordt, wanneer de zee van wereldse onrust gelijk als watergolven bruist en nieuwe onrust dreigt, zie, dat is een geroep dat de christenen moet opwekken. Zij moeten het zien en hun hoofd omhoogheffen, terwijl hun verlossing nadert.Elke morgen als de zon opkomt, is het als een stem die u toeroept: „Heden, verhard uw hart niet.” Elke keer als de klok slaat, is er weer een uur van ons leven voorbij en zijn wij zo veel nader aan de eeuwigheid gekomen. Iedere nacht, als hij komt, heeft een stem die u zegt: „Ach, zondaar, werk uw zaligheid met vreze en beven, eer de duistere nacht van de dood u overvalt. U gaat ter ruste, maar u weet niet of u nog op zult staan, of dat Jezus in deze nacht zal komen om uw ziel op te eisen.” Elke dode heeft een stem. Die zegt: „Wat ik ben, zult gij haast zijn.”
Koenraad Mell, predikant te Hersfelt (”Godgeleerde keurstoffen”, 1729)