Tienduizenden Amerikaanse en Iraakse militairen zijn vanmorgen ingezet in een poging te voorkomen dat het tot geweldsuitbarstingen komt. Afgelopen nacht was in de hoofdstad Bagdad geweervuur te horen. Schutters probeerden een soennitische moskee aan te vallen.Volgens de Iraakse premier Nuri al-Maliki zitten de soennitische terreurbeweging al-Qaida en aanhangers van de voormalige dictator Sadddam Hussein achter de aanslag in Samarra. Hij heeft de veiligheidsdiensten opdracht gegeven de bewaking rond de zogenaamde Gouden Moskee en andere heiligdommen in Irak op te voeren.

De hoogste sjiitische geestelijk leider in Irak, grootayatollah Ali Sistani, drong er direct bij zijn geloofsgenoten op aan geen wraak te nemen op soennieten.

Ook Muqtada al-Sadr, de leider van een van de machtigste sjiitische milities (Mahdileger), drong in een verklaring aan op terughoudendheid. Hij heeft drie dagen van rouw afgekondigd. Na de eerste aanslag vorig jaar op de moskee in Samarra begon het Mahdileger op grote schaal soennieten te vermoorden.

Het is niet precies duidelijk hoe de bommenleggers binnen zijn gekomen. Omwonenden meldden dat kort voor de explosies in de buurt van de moskee werd gevochten tussen gewapende mannen en de politie.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft gisteren op verzoek van Irak het mandaat van de multinationale troepenmacht in dat land verlengd. De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshyar Zebari, toonde zich ingenomen met het besluit. Hij zei dat de troepen noodzakelijk zijn voor de veiligheid in zijn land en dat alle leden van de raad inzien met welke problemen de Iraakse regering geconfronteerd wordt.