Vuile handen
De Bijbel als onfeilbaar Woord van God. Die belijdenis willen we in ons leven naar buiten brengen, zeggen we dan. Zou het echt waar zijn? In formele zin natuurlijk wel, maar in de realiteit van ons leven?
Het Bijbelse gezag ontkennen kan ook door bepaalde Bijbelse teksten als het ware slapende te houden. Niet te activeren tot een confronterende boodschap van God. Je kent de teksten, maar je doet er niets mee.Zoiets gebeurt lang niet altijd willens en wetens. Dat merk je wanneer je in contact komt met christenen uit andere culturen, en let op hun manier van Bijbellezen. Dan pas merk je hoe afkomst beperkend kan werken. Hoe de cultureel-historische context van je leven als een zonnebril functioneert die het kleurenspectrum van Gods Woord terugbrengt tot een zwart-witpatroon.
Zo hebben christenen uit andere culturen vaak veel meer besef van de geestelijke machten waarover de Bijbel vaak spreekt. Wij blijken op dit punt vaak tot op de draad geseculariseerde mensen die nog wel in de Heilige Geest geloven, maar niets kunnen met de wereld van geesten die tegenover Hem staan.
En dan ons sociale leven. Zijn we niet allemaal verburgerlijkte christenen, die liever het eigen straatje schoonvegen dan vuile handen maken ten dienste van degenen die eroverheen gaan?
Over vuile handen gesproken. Dat is ook zoiets waar we als rechtzinnige christenen natuurlijk tegen zijn. En terecht. De vraag is alleen: wanneer maak je ze vuil?
In de actieve dagen van de marxistische theoloog Ter Schegget en diens kameraden was politieke prediking het ergste wat op aarde bestond. Maar vandaag de dag laten wij orthodoxe christenen met gemak de Bijbelse boodschap van gerechtigheid en barmhartigheid politiseren, en daardoor neutraliseren tot niet op ons van toepassing zijnde teksten. Dat noem ik nog eens vuile handen maken.
Het bekende voorbeeld is de Palestijnse kwestie. Terecht hekelen we de Palestijnse terroristen en soortgelijke politieke lieden als gevaarlijke anti-Israëlische fanaten. Maar is daarmee de kous af? Waar is de bewogenheid met het Palestijnse volk dat al zo lang te lijden heeft? Wie iets van Gods grote barmhartigheid heeft gepeild, kan toch niet anders dan huilen bij de puinhopen waarin deze mensen moeten leven?
Wat dat betreft kunnen wij christenen nog wat leren van organisaties als Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis, die zich niet laten politiseren, maar enkel willen weten van hulp aan de hulpbehoevende - wie dat ook mag zijn.
Intussen is het grootste gevaar dat ons bespringt de commercialisering van de Bijbelse boodschap. Dat gebeurt wanneer slimme marketeers onderdelen van die boodschap annexeren tot accolades die ze om commercieel interessante doelgroepen kunnen zetten. Wat is daar nu tegenin te brengen: een wij-gevoel dat refereert aan de Bijbelse waarheid? Daar is veel tegenin te brengen, want de waarheid wordt zo tot sociaal keurmerk, teruggebracht tot een ’ons-kent-ons-standpunt’. Alsof de Bijbelse waarheid zich laat gebruiken voor een commercieel interessant spelletje - meer dan dat is het immers niet.
Men ziet er dan zelfs geen been in om de gruwelijke realiteit van bijvoorbeeld de Palestijnse kwestie op te leuken tot een interessant debat.
Het ergste is dat we de gruwelijke werkelijkheid van Gods waarheid monddood maken tot een standpunt dat voor ons karretje past.
Het is ook een in geestelijke zin heilloze weg, want de Bijbelse waarheid laat zich niet annexeren. Die is immers een tweesnijdend zwaard dat in twee richtingen verwondt. Gods waarheid, dat is de rokende Sinaï. En onze rechtzinnige standpunten? Ze zijn niet méér dan krukken waarmee we die berg proberen op te strompelen, intussen meppend naar anderen.
Laat ons belijden daarom maar vergezeld gaan van een eerlijk gebed: Heilige Geest, leidt U ons in alle waarheid.
Ab Jansen
Reageren aan scribent?
buitenlandsezaken@refdag.nl.