Dat blijkt uit de door de accountant goedgekeurde resultatenrekeningen die deze week gepubliceerd worden. De Protestantse Kerk meldt dat in een dinsdag uitgegeven persbericht.De kleine synode van de Protestantse Kerk zou volgens de planning de resultatenrekening vrijdag bespreken. Maar omdat de commissie van rapport geen mogelijkheid zag om voor vrijdag nog met adviezen over de stukken te komen, is dat uitgesteld tot de vergadering van de kleine synode in september.

Volgens algemeen directeur Haaije Feenstra zijn de financiën van de landelijke kerk en haar dienstenorganisatie goed op orde. „In 2006 hadden we te maken met verschillende kleine mee- en tegenvallers. Door een goede monotoring, is het gelukt om waar nodig tijdig bij te sturen, onder meer door een terughoudend vacaturebeleid.”

Het vermogensresultaat van de Dienstenorganisatie over 2006 was negatief. Dit heeft met name te maken met de grote uitgaven die Kerkinactie -onderdeel van de Dienstenorganisatie- deed voor noodhulp: geld dat in 2004 en 2005 was ontvangen in het kader van de tsunami-actie en de aardbeving in Pakistan, maar pas in 2006 kon worden besteed.

Een punt van zorg is, volgens het persbericht, de daling van de opbrengsten uit vrijwillige geldwerving voor Kerkinactie, het diaconaal en missionair werk in binnen- en buitenland van de Protestantse Kerk en een tiental kleinere kerken. Opvallend is dat enerzijds de inkomsten voor diaconaal werk in Nederland een stijging te zien gaven, en tegelijk de bijdragen voor zending afnamen.

Een verschil met het vorige verslagjaar is ook dat in 2005 veel gemeenten extra collecten hebben gehouden voor noodhulp aan slachtoffers van de tsunami, de aardbeving in Pakistan en overstromingen in Suriname. In 2006 was de bijdrage uit noodhulpcollectes beduidend lager.

De synode van de Protestantse Kerk besloot vorig jaar tot een forse inkrimping van het landelijke en regionale apparaat om financiële tekorten te voorkomen. In de periode tot 2015 zal het aantal arbeidsplaatsen met 40 procent worden teruggebracht. Er zullen ongeveer 240 banen overblijven. De negen regionale dienstencentra werden gesloten. Daarmee zijn 118 banen gemoeid.

De inkrimping is een gevolg van het dalend ledental. De Protestantse Kerk verwacht in 2015 een kwart miljoen leden minder te hebben dan in 2005, toen er ruim twee miljoen leden waren. De kerk wil met de inkrimping bovendien ruimte maken voor nieuw beleid.