Werkende vrouw zorgt voor meer file
DEN HAAG - Het tijdverlies in de file is de afgelopen tien jaar met 53 procent toegenomen. Zonder overheidsbeleid zou de groei 90 procent zijn geweest. Door een stijging van het aantal werkende vrouwen concentreert mobiliteit zich steeds sterker in de spits.
Het mobiliteitssysteem in Nederland „piepte en kraakte” de afgelopen tien jaar, maar bleef desondanks functioneren, zo concludeert het nieuwe Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de vanmiddag gepresenteerde Mobiliteitsbalans.Het KiM, een zelfstandig onderzoeksbureau binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat, wil voortaan elk jaar een mobiliteitsbalans uitbrengen. Het doel is om niet alleen inzicht te geven in feiten en cijfers rond mobiliteit, maar ook om deze ontwikkelingen te verklaren aan de hand van maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsbeleid.
Nederland blijken hun gedrag te hebben aangepast aan de file. In de ochtendspits gingen ze steeds vroeger op pad en rond de grote steden kozen ze in de drukke ochtenduren in toenemende mate voor de trein.
De mobiliteit van personen is tussen 1995 en 2005 met 10 procent gegroeid tot 184 miljard reizigerskilometers. Ongeveer 60 procent van deze groei is voornamelijk toe te schrijven aan de toename van de bevolking. De rest van de mobiliteitsgroei ontstond vooral door de grotere woon-werkafstanden. De gemiddelde woon-werkafstand nam toe van 18 naar 22 kilometer. Mensen zijn in toenemende mate bereid en financieel in staat grotere afstanden af te leggen.
Het goederenvervoer heeft een sterkere groei doorgemaakt tussen 1995 en 2005 dan de personenmobiliteit. Het transport groeide met 26 procent tot 120 miljard tonkilometer. De groei van de economie en de groei van de internationale handel zijn hiervoor verantwoordelijk.
Nederland kent een grote maatschappelijke waarde toe aan verkeer en vervoer, zo valt op te maken uit de Mobiliteitsbalans. Verkeer en vervoer kostten de samenleving in 2005 rond de 100 miljard euro. Circa 68 procent hiervan betreft de uitgaven die consumenten doen om hun goederen te vervoeren. De overheid geeft jaarlijks ongeveer 13 miljard euro uit aan investeringen en subsidies. De samenleving ondervindt zo’n 20 miljard euro aan schade door files, verkeersongevallen en milieuverontreiniging.
Het KiM kenschetst het mobiliteitsbeleid van de afgelopen tien jaar als geleidelijk aanpassen en verbeteren door uitbreiding van bestaande wegen, elektronische informatiepanelen, geluidsschermen, 30 km-zones en aanscherping van eisen voor de uitstoot van wegvoertuigen. Deze maatregelen blijken de groei van files te hebben afgeremd.
De uitstoot van het broeikasgas kooldioxide is ongeveer even hard gegroeid als de mobiliteit zelf, ondanks het Europees beleid om auto’s zuiniger te maken. Door nationaal en Europees beleid is het aantal verkeersdoden afgenomen. De geluidhinder is sinds 1995 min of meer gelijk gebleven.