Zaterdag 28 juli 1990. Kinderen vermaken zich in de bergen zand en klei die zijn vrijgekomen bij de aanleg van de surfplas langs de A20. Een van hen schrikt als hij uit de aarden wal enkele botjes ziet steken. Als de politie arriveert, worden nog meer botten en een schedel gevonden. De menselijke resten gaan naar het toenmalige Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk. Een misdrijf wordt uitgesloten, omdat uit onderzoek al snel blijkt dat de botten in ieder geval meer dan twintig jaar oud zijn.„Het botmateriaal is heel goed geconserveerd gebleven”, zegt stadsarcheoloog Tim de Ridder. „Het lag in de klei en onder het grondwateroppervlak.” De vondst van de botten is volgens hem opmerkelijk. „Uit de periode van 2000 tot 600 voor Christus zijn namelijk geen sporen van permanente bewoning bekend in de omgeving van Vlaardingen. Alleen in het strandwallengebied van Monster, Naaldwijk, Den Haag en Wassenaar woonden mensen. Van daaruit is de man -die ongeveer 43 jaar oud geweest moet zijn- mogelijk vanuit de Maasmond via een kreek het gebied ingevaren. Waarschijnlijk is hij verdronken. Het gebied was niet bewoond, maar wel uitermate geschikt voor seizoensafhankelijke bedrijvigheid als jacht, visserij en het laten grazen van schapen. Archeologen hebben dit kunnen vaststellen aan de hand van resten van menselijke activiteiten die bij een groot onderzoek in 2005 zijn gevonden.”

De vondst van de botten is bovendien bijzonder, omdat eeuwenoude menselijke resten in West-Nederland zeldzaam zijn. „In het oosten werden in de Bronstijd veel mensen begraven in grafheuvels die in het westen ontbreken. Daar werden overledenen in die tijd doorgaans gecremeerd.”

Fysisch antropoloog Maja d’Hollosy reconstrueerde het gezicht van de Krabbeplasman. Geen gemakkelijke klus, zegt de stadsarcheoloog. „Allereerst moet de schedel gaaf zijn. Daarna worden alle weefseldiktes zoals de spieren en de huid gemeten en aangebracht. We zijn voor de Krabbeplasman uitgegaan van iemand die veel buiten heeft geleefd en dus een verweerd gezicht moet hebben gehad. Bovendien sloeg de ouderdom vroeger eerder toe. Het blijft uiteindelijk een gok hoe iemand er uit moet hebben gezien.”

De reconstructiemethode is volgens De Ridder betrouwbaar gebleken. D’Hollosy heeft op dezelfde manier gewerkt als deskundigen destijds werkten bij de reconstructie van de hoofden van het meisje van Nulde en het zogenaamde Maasmeisje. De hoofden van de meisjes waren zo levensecht nagemaakt dat mensen ze herkenden. Dat heeft tot de oplossing van de misdrijven geleid.”

Niet alleen het gezicht van de 43-jarige man wordt gereconstrueerd. Vlaardingen, dat veel doet op archeologisch gebied, laat de hoofden van enkele ’oer-Vlaardingers’ ook namaken door Maja d’Hollosy. Deze hoofden van mensen die duizend jaar geleden zijn overleden, worden in de loop van volgend jaar tentoongesteld.

De botten en het hoofd van de Krabbeplasman zijn vanaf vandaag nog vier tot vijf maanden te bezichtigen in het Stadskantoor.