Sociale werkplaatsen vooral zaak gemeente
DEN HAAG - Gemeenten moeten zorgen voor een goede uitvoering van de sociale werkvoorziening. In de praktijk komt dat nu te veel neer bij de socialewerkplaatsbedrijven.
Vanuit democratisch oogpunt is dat geen goede zaak, zei staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken vrijdag bij de opening van een nieuw onderkomen van de sociale werkplaats Fivelingo in Appingedam.De verantwoordelijkheid voor de sociale werkvoorziening moet „te allen tijde” bij de gemeenten liggen, vindt de bewindsman. „Het is hun wettelijke taak en opdracht te zorgen voor de ontwikkeling van mensen met arbeidsbeperkingen en hen als het even kan via begeleid werken bij een gewone werkgever te plaatsen.”
Gemeenten moeten van staatssecretaris Aboutaleb het probleem van de groeiende wachtlijsten voor sociale werkplaatsen oplossen. Ze krijgen daarvoor geld van het kabinet: in totaal ruim 2 miljard euro. Begin dit jaar stonden er 18.000 mensen op de wachtlijst; 3000 meer dan anderhalf jaar eerder. De staatssecretaris denkt dat veel werknemers niet langer bij een sociale werkplaats hoeven te blijven, maar in dienst kunnen treden bij een gewone werkgever.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is blij dat lokale overheden meer zeggenschap krijgen, maar gelooft niet dat daarmee de wachtlijsten snel worden weggewerkt. Daarvoor is de groep te groot, terwijl het aantal plaatsen en bijbehorend budget niet worden vergroot. Om meer mensen te laten meedoen, is volgens de VNG een fundamentele herziening van het stelsel nodig. Daar werkt Aboutaleb overigens ook aan, mede in overleg met gemeenten.
Dat gemeenten vanaf 2008 per begeleide werkplek buiten de sociale werkplaats een bonus van 5000 euro krijgen, klinkt de VNG goed in de oren. Maar gemeenten vrezen ook het risico dat mensen terugvallen en weer een duurdere plek moeten vinden binnen de beschutte werkplaats. De VNG wil meer mogelijkheden om mensen te activeren en kijkt daarbij ook naar budgetten voor andere uitkeringen.