„Geref. Gemeenten moeten zich bezinnen”
KRABBENDIJKE - De prediking van de heilsorde zoals die te beluisteren is in veel gereformeerde gemeenten, wijkt af van de belijdenis, vindt mr. A. A. Bart. Bovendien is hij van mening dat de synode van de Gereformeerde Gemeenten niet alleen de procedurefouten rondom de afzetting van dr. C. Steenblok moet evalueren, maar ook die rond de schorsing van ds. R. Kok.
Bart, lid van de gereformeerde gemeente te Krabbendijke, verwoordt deze mening in zijn in eigen beheer uitgegeven boek met de titel ”Waar staan de Gereformeerde Gemeenten?”. De publicatie heeft als ondertitel: ”Wie zijn geschiedenis vergeet, is gedoemd haar over te doen” en verschijnt medio volgende week.In de inleiding van zijn 220 pagina’s tellende boek schrijft Bart dat hij het heeft geschreven „uit zorg over de Gereformeerde Gemeenten. (…) Dit boek wil een indringende oproep zijn tot bezinning binnen onze gemeenten.” Bart laat zijn boek juist nu verschijnen omdat de Gereformeerde Gemeenten dit jaar hun 100-jarig bestaan herdenken.
De auteur haakt naar eigen zeggen aan bij de geschiedenis. „Achtereenvolgens wordt in grote lijnen beschreven wat zich in de loop der jaren heeft afgespeeld binnen onze gemeenten. Centraal daarbij staat de prediking van het Evangelie en het aanbod van genade.”
Toen in 1943 dr. C. Steenblok overkwam naar de Gereformeerde Gemeenten „namen de spanningen rondom het aanbod van genade sterk toe”, schrijft Bart. „Dr. Steenblok ontkende dat er in de prediking van het Evangelie een algemeen en onvoorwaardelijk aanbod van genade komt tot alle hoorders. Hij benadrukte een heilsorde waarin de prediking van de wet voorafgaat aan de verkondiging van het Evangelie.” Het was ds. Kok die zich tegen deze visie op het aanbod van genade verzette, meent Bart. In 1953 werd dr. Steenblok afgezet als docent vanwege eenzijdigheid in zijn onderwijs.
In zijn samenvatting schrijft Bart zich af te vragen of er nog wel sprake is van een fundamenteel verschil in de prediking binnen de Gereformeerde Gemeenten en die binnen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De prediking in de Gereformeerde Gemeenten zou „langzaam maar zeker” zijn gaan neigen naar een voorstellen van de genade, zoals dr. Steenblok het leerde. „Komt dat niet omdat men ten diepste met dr. Steenblok van mening is dat genade zich niet laat aanbieden, maar alleen door God geschonken kan worden, en dan uitsluitend aan de uitverkorenen? En dat niemand, zolang hij onherboren is, enig geestelijk recht toekomt?”
Voor een „erkenning van het gelijk van ds. R. Kok” is volgens hem vooralsnog geen ruimte.
De auteur denkt bovendien dat de zogenoemde standenleer zoals die in de Gereformeerde Gemeenten geleerd zou worden, de samenspreking met andere afgescheiden kerken in Nederland in de weg staat. Ook verhindert ze volgens hem de wederkeer „tot onze hersteld hervormde broeders.”
Heilsorde
Desgevraagd licht Bart toe dat zijn boekje zich van andere publicaties over dit onderwerp onderscheidt doordat hij zich minder richt op de verbondstheologie en meer op de heilsorde. „En daar bedoel ik mee dat in een aantal gemeenten in onze kerk wordt geleerd dat er geestelijk leven is zonder kennis van Christus en dat men met de kennis van Christus alsnog verloren moet gaan: de zogenoemde ”vierschaarbeleving”. In mijn boek probeer ik aan te tonen dat deze leer afwijkt van de belijdenisgeschriften.”
Bart geeft aan dat zijn boek niet gezien mag worden als een bezwaarschrift. „Er zijn in onze kerk immers geen synodale uitspraken gedaan over de heilsorde. Wel over de verbondstheologie. In 1931 koos de synode uitdrukkelijk voor de Schotse verbondsleer. Daarom werd dr. Steenblok ook afgezet. Nu blijkt in de praktijk van de prediking het verschil tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland theoretisch te zijn. Wat betreft de heilsorde, meen ik aan te tonen dat die afwijkt van de belijdenisgeschriften. Met dit boek wil ik de kerk oproepen tot terugkeer naar de belijdenis.”