Dienst: geen show, maar ontmoeting
AMERSFOORT - „De kerkdienst is een plek waar zich iets afspeelt tussen God en mensen. Het liturgisch centrum is geen podium voor entertainment.”
Met deze openingszinnen aan het begin van de werkdag van de Confessionele Vereniging over ”de kerkdienst als ontmoetingsgebeuren” zette ds. H. van Walsum donderdag de toon.Volgens de hervormde predikant uit Zoetermeer, tevens hoofdbestuurslid van de Confessionele Vereniging binnen de Protestantse Kerk, is er rond de kerkdienst veel in beweging.
Prof. dr. E. Jonker, hoogleraar praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), viel hem daarin bij. „De eredienst staat op de tocht. Er zijn veel Amerikaanse invloeden, het showelement doet zijn intree, er heerst soms knulligheid en er wordt veel oude wijn in nieuwe zakken gedaan.”
Thema van de werkdag was ”In dienst van vergeving”. Voor prof. Jonker is vergeving een elementair onderdeel van de eredienst. Maar volgens hem worden we aan het begin van een kerkdienst vaak overvallen met gewichtige en zware woorden. „Het is de vraag of je daar dan wel aan toe bent”, zei hij.
„Begin eenvoudiger”, was zijn advies aan de confessionele predikanten. „In een kerkdienst hebben we contact met God en met elkaar. Liturgie is een pelgrimage langs allerlei momenten. Dat moeten de kerkgangers mee kunnen maken. Net als we op straat elkaar tegenkomen en elkaar begroeten met ”hallo, hoe gaat het met je”, is dat ook de structuur van de liturgie.”
In zijn hoofdlezing ging hij uitvoerig in op de vraag hoe de eredienst wordt beleefd. „Een ritueel vraagt om een gezamenlijk beleven”, aldus prof. Jonker. Hij riep de predikanten op de kerkdienst een plek te laten zijn waar eerbied heerst. „Je zit niet bij God op schoot”, zo zei hij.
Hij erkende wel dat er een spanningsveld is tussen vertrouwelijkheid en schroom. Het element van vergeving in de kerkdienst is voor de hoogleraar dienst aan God. „Vergeving is iets waar je geen recht op hebt. Velen weten niet meer waar het in het Evangelie om draait.”
Prof. dr. L. J. van den Brom, hoogleraar christelijke geloofsleer en christelijke ethiek aan de PThU, vroeg zich af of met het element van schuldvergeving aan het begin van de kerkdienst niet het apparaat van de vergeving in beweging wordt gezet. „Zo van: Wij belijden onze schuld, waarna God wel moet vergeven.” Volgens hem wordt daarmee God gedegradeerd tot een soort automaat. „Maak duidelijk wat het Hem gekost heeft om te vergeven. Daarmee haal je het automatisme eruit”, klonk het vanuit de zaal. „Gods barmhartigheid wordt niet opgeroepen door ons schuldbelijden”, wierp de hoogleraar tegen.
Enige tegenspraak ontmoette prof. Van den Brom met zijn opmerking dat de groet aan het begin van de kerkdienst niet een groet is namens God, maar een persoonlijke groet van de voorganger. „Net als Paulus in zijn brieven de gemeenten groet.”
Drs. N. Dijkstra-Algra, classicaal consulent Provinciaal Dienstencentrum Utrecht, ging in haar workshop in op de vraag hoe jongeren te betrekken bij een thema als ”vergeving” en hoe dat te vertalen in een kerkdienst.
De Rotterdamse kerkmusicus Willem Blonk liet de deelnemers aan de werkdag kennismaken met verassende, nieuwe bewerkingen van Psalm 32, Psalm 103 en het Onze Vader.