Walvis gered, pallisanderbos moet wachten
DEN HAAG - De twee weken durende internationale conferentie over Cites, het verdrag dat de handel in bedreigde dieren en planten regelt, lijkt een kwestie van loven en bieden. Europa trok gisteren de voorstellen in om ceder en palissander nog beter te beschermen. En Japan deed een vergeefse poging om de jacht op walvissen te versoepelen, maar sleepte in Den Haag wel zestig ton ivoor in de wacht.
Guatemala, Colombia en Brazilië erkenden grif de noodzaak om de snelle aantasting van tropische wouden te stoppen. Het voorstel om de handel van grote partijen ceder en palissander uit te bannen en het kappen duurzaam te laten verlopen, ging hen echter iets te snel. Het toezicht op andere houtsoorten die al eerder via Cites bescherming kregen is immers niet op orde. In Peru wordt bijvoorbeeld nog steeds illegaal en destructief mahonie gekapt. De Zuid-Amerikaanse landen komen waarschijnlijk maandag met een plan hoe het wel verder moet. Tijdens deze conferentie komt er echter geen voorstel om voorwaarden te verbinden aan hun houthandel.Voor de bedreigde puntlipneushoorn, waarvan nog slecht 3600 exemplaren in leven zijn, leverde de bijeenkomst in Den Haag slecht nieuws op. Een voorstel om Zuid-Afrika en Namibië niet langer toe te staan elk jaar vijf van deze dieren te laten afschieten, haalde het niet.
Aanvankelijk stonden woensdag de Afrikaanse olifant en de ivoorhandel geagendeerd, een heikel punt dat Cites al jaren hoofdbrekens kost. De oorspronkelijke planning is echter aangepast om de betrokken landen wat meer tijd te geven met een gezamenlijk voorstel te komen. Kenia en Mali willen hun kleine olifantenpopulatie beschermen door de komende twintig jaar geen handel in ivoor toe te staan. Landen als Botswana, Namibië en Zuid-Afrika, die veel olifanten hebben, pleiten er juist voor het verkopen van de groeiende hoeveelheid slagtanden (van dieren die bijvoorbeeld door ziekte zijn omgekomen) toe te staan.
Minister Verburg, voorzitter van de conferentie, had gehoopt dat de Afrikaanse top die kort voor Cites plaatshad, een doorbraak zou opleveren. De bewindsvrouw liet de Tweede Kamer al eerder weten dat ze zich realiseert dat de weinige olifanten in Kenia en Mali bescherming nodig hebben. Tegelijk hoopt ze dat onder voorwaarden handel in ivoor kan worden toegestaan in Afrikaanse landen waar wel veel olifanten leven en waar het ivoor van omgekomen dieren zich opstapelt. „Het is een complex vraagstuk dat al heel lang speelt. Een oplossing is ook niet van een plankje te halen. Laten we hopen dat er in de loop van deze conferentie toch iets moois naar voren komt.” De verwachting is dat de kwestie begin volgende week alsnog op de agenda verschijnt.
Volgens het internationale fonds voor dierenwelzijn, IFAW, worden jaarlijks minstens 20.000 olifanten gedood om hun ivoor. De natuurbeschermingsorganisatie pleit dan ook voor een totaalverbod. „Zoals het er nu voorstaat mag dit voorstel rekenen op de steun van diverse andere landen, waaronder elf Afrikaanse landen met olifantenpopulaties”, zegt Marcel Bertsch, directeur van IFAW Nederland.
Zijn organisatie presenteerde deze week een rapport waaruit blijkt dat de Zuid-Afrikaanse landen bij lange na niet in staat zijn de illegale handel in slagtanden effectief te beteugelen. „De belangrijkste thuislanden voor olifanten die graag een versoepeling zouden zien van de beperkingen ten aanzien van de ivoorhandel, zijn zelf niet in staat de Cites-regels na te leven. Ze proberen de internationale gemeenschap er herhaaldelijk van te verzekeren dat ze hun zaakjes op orde hebben. Het rapport rekent echter duidelijk en ondubbelzinnig met die claim af. Elke versoepeling van de regelgeving, hoe gering ook, is pure dwaasheid als je kijkt naar de omvang van deze illegale praktijken en het onvermogen controle op de handel in te stellen.” Het rapport wijst Zimbabwe aan als het centrum van de illegale ivoorhandel.
Tussen augustus 2005 en augustus 2006 werd meer dan 26 ton olifantenivoor in beslag genomen. „Dat is de grootste vangst in één jaar tijd sinds het handelsverbod van Cites in 1989 van kracht werd. Bovendien is het zo, dat volgens een schatting van de handhavingsautoriteiten bijna 90 procent van de clandestiene koopwaar onopgemerkt tussen de controles doorglipt.”
Cites gaf Japan overigens toestemming om onder strikte voorwaarden 60 ton ivoor te verhandelen. De onbewerkte slagtanden, naar verluidt van olifanten die op een natuurlijke wijze doodgingen of moesten worden afgemaakt, lagen al sinds 2002 opgeslagen. Het IFAW noemt dit besluit „schandalig”, want volgens Bertsch voldoet Japan op geen enkele wijze aan de eisen die Cites aan een dergelijke transactie stelt.
Daarmee doelt hij op afspraken dat er in een land dat ivoor invoert een effectieve controle op stropersactiviteiten moet zijn, het toezicht op de naleving van de handelsvoorschriften toereikend is, en dat het geld dat aan ivoor verdiend wordt ten goede komt aan natuurbeschermingsinitiatieven en ontwikkelingsprojecten in zowel het verkopende als het ontvangende land. Volgens het IFAW is er onweerlegbaar bewijs dat Japan niet aan die voorwaarden voldoet. Zo werd in augustus vorig jaar nog 2,8 ton clandestien ivoor in Osaka in beslag genomen.
Japan, dat onder het mom van wetenschappelijk onderzoek jaarlijks honderden walvissen vangt, ving tijdens de conferentie op dit punt bot. Het land vroeg herziening van de huidige beschermde status van alle dertien grote walvissoorten. IJsland diende een soortgelijk voorstel in ten aanzien van de gewone vinvis. Een overweldigende meerderheid van de Cites-partijen weigerde dit, ook omdat deze verzoeken indruisen tegen gemaakte afspraken met de IWC, de Internationale Walvisvaart Commissie. Japan dreigde nog geen week geleden op te stappen uit de IWC, omdat enkele Japanse kustplaatsen geen toestemming kregen op walvissen te jagen. Het land slaagde er tijdens de jaarlijkse bijeenkomst evenmin in om het moratorium op de commerciële walvisjacht te laten opheffen.
Het IFAW reageerde opgetogen. „De Japanse tactiek om stemmen te kopen stuitte op afwijzing, evenals hun pogingen om de handel in walvisvlees nieuw leven in te blazen”, aldus Bertsch.