Communistische heerschappij
Wie had dat gedacht? Dat de westerse economie in de 21e eeuw toch nog zou worden verslagen door het communisme! En wel met eigen wapens, namelijk de concurrentie op de markt. Kijkt u maar eens op de achterkant van uw digitale fotocamera. En waar zou uw computer vandaan komen? De broek die u draagt? Natuurlijk heb ik het dan over China.
Na 1978 verviervoudigde het bnp per capita en transformeerde China zichzelf van een arme centraal geleide economie naar een opkomende markteconomie. Vooral de laatste jaren worden wij ons er steeds meer van bewust hoe sterk China zich ontwikkelt. China is de productieplaats van de wereld geworden. Het land is steeds meer present op tal van markten en heeft een gigantisch handelsoverschot met westerse landen. Het handelsoverschot met Europa bedraagt maar liefst 130 miljard euro, met de VS zelfs 173 miljard euro.Op zich zouden wij blij moeten zijn met de economische ontwikkeling in China. China was immers een buitengewoon arm land en de economische ontwikkeling heeft de armoede van veel mensen verminderd. Als gevolg hiervan daalde het aantal mensen dat onder de armoedegrens van 1 dollar per dag leeft van 634 miljoen in 1981 naar 212 miljoen in 2001 (Wereldbank, 2006: 122).
Maar tegelijkertijd is de wijze waarop dit economische succes bereikt wordt een bron van grote zorg. Niet alleen vanwege de grote milieuschade die de economische ontwikkeling van China met zich meebrengt. Maar ook vanwege de manier waarop de communistische staat misbruik maakt van het wereldhandelssysteem. China speelt vals spel. Zo subsidieert de staat het Chinese bedrijfsleven door de prijs van diverse basisproducten kunstmatig laag te houden; bieden staatsbanken goedkope leningen aan; wordt de waarde van de eigen munt kunstmatig laag gehouden en legt het tegelijkertijd strenge beperkingen op aan buitenlandse bedrijven.
Buitenlandse bedrijven verslikken zich elke keer weer in China. Gelokt door de grote markt van 1 miljard Chinezen (één dubbeltje winst maal 1 miljard is… 100 miljoen euro, wow), moeten zij naderhand vaak concluderen dat deze markt ondoordringbaar is. Het lijkt erop dat China er eigenlijk alleen op uit is om de knowhow van deze bedrijven in bezit te krijgen. Soms krijgen buitenlandse bedrijven slechts contracten met staatsbedrijven op voorwaarde dat ze R&D-centra opzetten in China.
Weinig respect
Misschien de meest verontrustende factor is dat Chinese bedrijven weinig respect hebben voor het intellectueel eigendomsrecht. Hoeveel bedrijven hebben niet moeten ontdekken dat hun product nagemaakt werd en onder een andere naam en tegen een fractie van de prijs door een Chinees bedrijf op de Chinese markt werd gebracht, waarna toen pas de beloofde groei aanbrak?
De Chinese overheid onderneemt vrijwel niets om de stelselmatige diefstal van buitenlands intellectueel eigendom te vervolgen. Mede hierdoor is China in staat om op technologisch gebied aan te haken, ondanks het feit dat de uitgaven aan R&D in China in vergelijking met andere landen relatief laag zijn (nog geen 1 procent van het bbp tegen 2,7 procent in de VS).
Minstens zo zorgwekkend is dat de communistische staat vrije vakbondsvorming verbiedt, zodat arbeiders weinig macht hebben om actie te voeren voor hogere lonen of betere arbeidsomstandigheden. Hierdoor blijft de koopkracht van de gewone Chinees achter bij de economische groei en neemt de inkomensongelijkheid zeer sterk toe.
De enorme vermogens die China opstapelt door de eigen burger relatief arm te houden, worden vervolgens aangewend om westerse technologie in te kopen. Een aantal weken geleden werd bijvoorbeeld bekend dat China een aandeel van 3 miljard dollar in een Amerikaanse private-equity investeerder nam die vooral westerse bedrijven koopt.
Zo dreigt steeds meer westers intellectueel kapitaal in handen van Chinese eigenaren te komen. Als dat zo doorgaat… breekt het tijdperk van de communistische heerschappij alsnog aan. Dit zal ook de ethiek van de markt niet onberoerd laten. Immers, waar de concurrentie de ethiek die ten grondslag ligt aan de markt niet respecteert, verwordt concurrentie tot pure machtsstrijd.
Onmisbaar
Is het schip nog te keren? Wat voor beleid zouden de westerse landen kunnen voeren om de handelsbetrekkingen meer in balans te krijgen? Dat is geen eenvoudige zaak, omdat China zich inmiddels onmisbaar heeft gemaakt. Dankzij de Chinese investeringen in de VS kan de rente daar laag blijven, en van de goedkope Chinese producten profiteren ook wij.
Toch denk ik dat de westerse regeringen er niet aan ontkomen om de druk op China op te voeren. Desnoods door een koekje van eigen deeg te geven middels hogere importtarieven voor Chinese producten, of door andere handelsbelemmeringen op te werpen.
De vraag is: laten wij ons verwennen door een productieapparaat dat zijn producten genereert door schending van de vrijheidsrechten van de eigen werknemers en de eigendomsrechten van buitenlandse ondernemingen, of stellen wij paal en perk aan het misbruik van het wereldhandelssysteem om erger te voorkomen?
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.