De drie worden ervan verdacht tot een extremistische soennitische groep te behoren die banden heeft met het terroristische netwerk al–Qaida. Op terrorisme staat de doodstraf in Libanon.In het noorden van Libanon vechten Libanese militairen al bij drie weken met een bewapende groep die zich Fatah al–Islam noemt en zich in een wijk van Palestijnse vluchtelingen, Nahr al–Bared, heeft verschanst. Daarbij zijn al 115 mensen gedood. Donderdag nog werd er een Libanese militair gedood. De extremisten hebben gedreigd ook aanvallen in andere delen van Libanon te zullen doen, wanneer de Libanese strijdkrachten hen niet met rust laten.

Een soennitische partij in Libanon, het Islamitische Actiefront, heeft donderdag bemiddelaars naar Nahr al–Bared gestuurd om de Fatah– al–Islamleider Shahin Shahin over te halen de strijd te staken. Volgens islamitisch frontleider Fathi Yakan hebben de verschanste strijders geen keus maar moet ze een excuus worden aangereikt om de vuurgevechten te staken.

Eerdere bemiddelingspogingen in de wijk mislukten. Een overeenkomst tussen Palestijnse vluchtelingen en de Libanese regering uit 1969 heeft bepaald dat de Libanese strijdkrachten de twaalf Palestijnse ‘kampen’ in het land niet binnen mogen. In de inmiddels tot wijken uitgegroeide oorden wonen naar schatting 400.000 Palestijnse vluchtelingen die hun land en eigendommen door de vestiging van de staat Israël met name eind jaren veertig verloren.