Seculiere Israëli’s buigen zich over religieuze teksten
TEL AVIV - Op de seculiere Talmoedschool in Tel Aviv dragen de meeste mannen geen keppeltje en de vrouwen geen hoofddoek. Bovendien ligt de leiding van deze ”jesjiva” niet in de handen van een rabbijn met een grijze baard, maar in die van een vrouw met lang blond haar.
De 34-jarige Tal Shaked neemt plaats in een van de vertrekjes in het oude gele gebouw naast het centraal busstation, dat vroeger diende als kliniek van een van Israëls ziekenfondsen en nu als jesjiva.Tal Shaked groeide op in Jeruzalem, in een seculier gezin. Ze diende als officier in het leger, studeerde administratie en rechten en werkte in het kantoor van de openbare aanklager in de regio Jeruzalem. Bij toeval kwam ze terecht op een cursus over het Jodendom van de organisatie Kolot, die ernaar streeft traditionele Joodse teksten relevant te maken in de veelzijdige Israëlische samenleving. Toen kwam ze er achter dat ze wat miste. „Het was werkelijk een schok voor mij dat ik vervreemd was van een groot deel van mijn cultuur en mijn achtergrond.”
Het verbaasde Shaked dat er op de Israëlische middelbare school, in het leger en op de universiteit, geen verbinding werd gemaakt met het Jodendom, „alsof we niet Joods waren. Het feit dat we in Israël wonen werd voldoende geacht. Daar hoef je niet te spreken over wie je bent. Op de middelbare school hadden we weliswaar Thoralessen, maar die werden gegeven alsof het om wiskunde ging.”
Shaked besloot de deur van de openbare aanklager achter zich dicht te trekken en haar leven te wijden aan educatie. Ze zat twee jaar op een Beit Midrash (religieus studiehuis). Eran Baruch, het hoofd van het Bina Centrum voor Joodse Studies, richtte de seculiere jesjiva op en zij werd directeur. Op deze school kunnen Joodse jongeren uit het seculiere Tel Aviv leren over de Joodse godsdienst, het Joodse denken en de Joodse traditie. Het instituut biedt geen graad of diploma: het gaat om het leren zelf.
Abstracte kunst
In het vertrek staan rode stoeltjes en een helblauwe bank. Schilderijen met abstracte kunst en foto’s van landschappen hangen aan de muur. Kussens liggen op de vloer. Tussen de boekenkasten hangt het rode brandblusapparaat. Uit een klas komt een groep twintigers. Ze vormen groepjes van twee en buigen zich over een tekst.
De jesjiva begon in september 2006, tijdens de Joodse feestdagen. Voor de meeste deelnemers was het de eerste keer dat ze stilstonden bij de betekenis van Grote Verzoendag, de heiligste dag in het Joodse religieuze jaar. Ongeveer de helft van de deelnemers vastte, en ze studeerden uit een traditioneel gebedenboek.
Tal Shaked gelooft dat er bij veel seculiere Israëli’s vooroordelen bestaan over een religieus persoon. Dat zou iemand zijn die probeert de dienstplicht te ontlopen en geld uit de staat te slaan. „Maar de meesten weten niets van het judaïsme. Ze geven een hele wereld van cultuur, geschiedenis en andere bronnen op. Wat we hier proberen te doen, is hun het gevoel te geven dat de traditie ook van hen is. Wat het is om tot een cultuur te behoren en om weer met het judaïsme in contact te treden. Dat doen we door studie. Maar dat gebeurt niet passief. Ze zitten in een kring en de leerkracht is slechts expert. Ze zien hoe de tekst relevant is en wat hun leven ermee te maken heeft.”
Geschokt
De meeste religieuze Joden reageren volgens Shaked positief, al zijn ze wel „geschokt” dat een vrouw de Gemara (onderdeel van de Talmoed) bestudeert.
Ook de Israëlische minister van Onderwijs, Yuli Tamir, toonde grote interesse. Volgend jaar geeft de regering subsidie. De gemeente Tel Aviv gaf hun de keus uit twee gebouwen: één in het rijke noorden van de stad, of één in de wijk Naveh Sha’anan in het arme zuiden.
Ze kozen voor het zuiden. De studenten doen namelijk ook vrijwilligerswerk in de buurt, want het Jodendom is sociaal relevant. Ze helpen bijvoorbeeld kinderen uit kansarme gezinnen met huiswerk. Voor de talrijke buitenlandse gastarbeiders in de buurt zetten ze evenementen op om feestdagen te vieren.
Leemte
Aan de seculiere jesjiva zijn verschillende studiegroepen van tussen de 12 en 20 personen verbonden, een staf van vier mensen en twintig docenten. Yaël Tzach (23) behoort tot de studiegroep van twintigers. Ze zit naast Noah Mullin (23), afkomstig uit de Verenigde Staten, om te praten over een tekst. Yaël combineert haar studie met werk in een hightechbedrijf. Na de zomer hoopt ze aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem economie, filosofie en politieke wetenschappen te studeren.
Waarom nu op de jesjiva? Yaël zat op een school met veel aandacht voor schilderen, beeldhouwen, Engels en wiskunde, maar ze kon geen examen doen in de Tenach. „Ik had dus een soort leemte in mijn studie”, zegt ze. Een tweede reden om naar de jesjiva te gaan was dat ze een vader heeft die uit een religieus gezin komt. De Joodse waarden waren op de achtergrond altijd aanwezig, maar bleven vaag. Verder hoopt Yaël in de toekomst een leidinggevende positie te krijgen in de maatschappij. Ze begrijpt dat ze dan de samenleving en de mensen goed moet kunnen begrijpen. Dat gaat niet zonder de oude bronnen te bestuderen.
Fascinerende plaats
Docent Moshe Samuels (29) is wel religieus. Hij onderwijst de groep het filosofisch-existentialistische werk ”De eenzame man van geloof” van de beroemde rabbijn Joseph. B. Soloveitchik.
„Ik vind dit een fascinerende plaats”, zegt Samuels. „In de Israëlische samenleving zijn verschillende groepen op zoek naar hun identiteit. In een tijd waarin de Europese Unie wordt gevormd, overal op de wereld de invloed van globalisering merkbaar is en landen uiteen vallen en hun identiteit verliezen, probeert Israël juist zijn identiteit te vormen. Steeds meer mensen gaan terug naar de authentieke, oude Joodse en religieuze bronnen. De identiteit van het Joodse volk kan niet alleen op zionistische teksten worden gebaseerd.”
Hij denkt dat de meeste studenten niet in God geloven, onderneemt ook geen pogingen hen religieus te maken. „Ik wil alleen maar dat de mensen in Israël een rijke Joodse identiteit hebben. Het Jodendom is alles bij elkaar: niet alleen religie, maar ook geschiedenis en nationaliteit.”