Robbertsen loopt liefst drie keer harder
UTRECHT - Om het contact met de burger te houden is hij tot veel bereid. „Als het fysiek mogelijk was, zou ik nog drie keer zo hard lopen.” De nieuwe Utrechtse commissaris van de Koningin is vol werklust, maar wil voor zijn installatie maar weinig loslaten over zijn visie op Utrechtse kwesties.
Nu woont Roel Robbertsen nog in Ede -„dat ligt nogal voor de hand als burgemeester”- maar op termijn zal de donderdag geïnstalleerde commissaris verhuizen naar de provincie Utrecht. Mooi vindt hij dat: daar terugkeren waar zijn wortels liggen.De geboren Renswoudenaar (1948) was onder meer wethouder en locoburgemeester van die plaats, had zitting in de Provinciale Staten van Utrecht en was later gedeputeerde. Tijdens het interview laat hij meermaals de woorden „uitdagend” en „eervol” vallen wanneer hij spreekt over zijn huidige overstap. „Utrecht is qua economische potentie de tweede regio van Nederland. Er liggen grote steden als Utrecht en Amersfoort, maar ook heide, water, polder, bossen. We hebben alles hier.”
Toch solliciteerde CDA’er Robbertsen pas in tweede instantie naar de functie. Zijn voorganger, Boele Staal, bleef noodgedwongen langer aan omdat er te weinig kandidaten waren.
Twijfelde u?
„In Ede had ik het als burgemeester ontzettend naar m’n zin. Toen bij de eerste ronde bekend werd dat ik niet had gesolliciteerd, kreeg ik verbaasde reacties. Ik ben gaan nadenken en concludeerde dat de functie een bekroning op mijn werk zou zijn.”
Robbertsen is niet bang door zijn stap het contact met de burger te verliezen. „De provincie Utrecht is maar drie keer zo groot als de gemeente Ede”, zegt hij ietwat bagatelliserend. „Werk ik drie keer harder, dan haal ik dus hetzelfde resultaat. Als het fysiek mogelijk was, zou ik dat graag doen. U zult me ongetwijfeld veel in de provincie aantreffen.”
Ook in zijn speerpunten, die hij moeiteloos achter elkaar oplepelt, verliest de vertegenwoordiger van de kroon zijn burgers niet uit het oog. Samenwerking zoeken met gemeenten is er één van. Een ander: laten zien wat de provincie voor de gewone man betekent.
Derde speerpunt is de uitvoering van het Urgentieprogramma Randstad, dat het nieuwe kabinet in overleg met provincies en gemeenten opstelt. Daarmee moet de bestuurslast verminderen en het woon-, werk- en leefklimaat worden bevorderd.
Robbertsen vraagt zich overigens wel eens af waar de Randstad begint en eindigt. „Als burgemeester had ik soms het idee dat die in Ede al begint.”
Volgens de oud-burgemeester moet de „economische motor” van Utrecht de komende tijd op volle toeren gaan draaien. Dat hoeft geen bedreiging voor het landelijk deel van de provincie te zijn, vindt hij. „Bebouwen van die gebieden is wel een erg goedkope oplossing. Herstructurering van oude wijken en bedrijvengebieden is ook een mogelijkheid.”
De commissaris, zelf ooit varkenshouder, heeft affiniteit met het platteland. „Natuurlijk, ik ga mijn achtergrond niet verloochenen, dat wil ik ook helemaal niet.” Maar of zijn verleden in het voordeel van Utrechtse boeren zal uitpakken, bevestigt hij niet. „Ik ben al zo lang bestuurlijk actief dat ook het stedelijk gebied mijn volle aandacht heeft. Ik wil geen onderscheid maken.”
Hoe denkt u over de polder Groot Mijdrecht Noord? Boeren daar hebben nog steeds geen zekerheid over de toekomst van het waterpeil.
„Het belangrijkste is dat we in goed overleg met de streek tot plannen komen. Gedeputeerde Binnekamp is op dit moment in gesprek met bewoners.”
Wat lijkt u persoonlijk de beste oplossing? Wel of niet vernatten?
„Laten we eerst de bevindingen van Binnekamp maar afwachten.”
Robbertsen is lid van de plaatselijke PKN-gemeente. Hij gaat niet wekelijks ter kerke, maar wel „regelmatig.” In zijn ambt wil hij functioneren boven de partijen, maar zijn achtergrond zal altijd een rol spelen, aldus Robbertsen. „Rentmeesterschap is een term die als eerste bij mij opkomt. Het nieuwe credo van het college ”Slagvaardig samen werken aan kwaliteit en duurzaamheid” past daar prima bij.”