Dat heeft oud-premier Van Agt woensdagmorgen geschreven in een open brief aan Verhagen op de opiniepagina van de Volkskrant. De CDA’er reageert in zijn ingezonden stuk op de toespraak die Verhagen op 31 mei hield op de Universiteit Maastricht.Daarin zei de minister dat mensenrechten voor hem „altijd een essentieel punt” zijn geweest. Hij hekelde landen als Sudan, Noord-Korea, Iran en Zimbabwe, „waar de grenzen van de beschaving op misdadige wijze worden overschreden.”

Die opsomming van landen is „helaas pijnlijk onvolledig”, betoogt Van Agt. „De staat Israël komt daarin niet voor”, terwijl het land al veertig jaar Palestijns gebied bezet „in strijd met tientallen VN-resoluties die op beëindiging daarvan hebben aangedrongen.”

Van Agt hekelt ook de bouw van nederzettingen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever en de bouw van de afscheidingsmuur. „Hebt u er maling aan dat het Internationale Hof van Justitie deze bouw wederrechtelijk heeft verklaard en dat Israël deze uitspraak als een lor terzijde heeft geschoven?”

Op het Plein in Den Haag, voor de Tweede Kamer, bouwden demonstranten gisteren een metershoge replica van de muur, met daarop teksten als: ”De muur is een illusie van veiligheid en de werkelijkheid van annexatie”.

Vertegenwoordigers van tientallen organisaties, waaronder Een Ander Joods Geluid, overhandigden Kamerleden een zogenoemde motie van ontzetting. In de motie wordt de Nederlandse regering opgeroepen zich actief in te zetten voor de beëindiging van de Israëlische bezetting. De Tweede Kamer vergaderde vanmiddag met minister Verhagen over het Midden-Oosten.