Libanese leger hervat aanval op Nahr al-Bared
TRIPOLI - Het Libanese leger heeft zijn aanvallen op moslimextremisten in het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr al-Bared gisteren hervat. Het schoot granaten af op schuilplaatsen van de groep Fatah al-Islam, die zich daar heeft verschanst en nu en dan barstten hevige schietpartijen los.
Intussen hebben zeven leden van Fatah al-Islam zich onder druk van de aanvallen overgegeven aan de Palestijnse factie Fatah in het zuiden van het bij Tripoli gelegen kamp. Het is het eerste teken dat een van de grote Palestijnse facties, in dit geval de Fatahbeweging van de Palestijnse president Mahmud Abbas, gevolg geeft aan een oproep van de Libanese regering om op te treden tegen het door al-Qaida geïnspireerde Fatah al-Islam.Fatahcommandant Khaled Aref liet vanuit zijn hoofdkwartier in het zuidelijke vluchtelingenkamp Ain al-Hinweh weten dat de zeven hun wapens hebben afgegeven en hebben beloofd zich verder buiten de strijd te houden. Hij zei ook dat Fatah kampbewoners die zich bij Fatah al-Islam hebben aangesloten, probeert over te halen de strijd te staken.
Sinds vrijdag, toen het leger zijn offensief om de extremisten uit Nahr al-Bared te verdrijven begon, hebben periodes van stilte en zware gevechten elkaar afgewisseld. Sinds op 20 mei voor het eerst een gevecht tussen het leger en Fatah al-Islam uitbrak zijn meer dan honderd doden gevallen.
Maandag verplaatste de strijd zich even naar Ain al-Hinweh. Leden van de radicale groep Jund al-Sham openden daar het vuur op soldaten bij het kamp, mogelijk om de militaire druk op hun bondgenoten van Fatah al-Islam in Nahr al-Bared te verminderen. De soldaten schoten terug. Naar verluidt kwamen twee soldaten en een extremist om het leven.
Dinsdag bleef het rustig in Ain al-Hilweh. Om verdere botsingen tussen Jund al-Sham en het leger te voorkomen heeft een aantal Palestijnse moslimfacties een ordedienst gevormd die naar verwachting posities zal innemen in de wijken waar de gevechten maandagavond plaatsvonden.
„Het gaat heel goed”, zei een marinier die met bezweet voorhoofd in de bakkerij van een aangrenzend dorp een paar broodjes en vier blikjes cola afrekent. Zijn eenheid van de Libanese speciale troepen Maghawwir al-Bahar heeft zijn uitvalsbasis naast de bakkerij. De mariniers hebben uitdrukkelijke orders om niet met de media te praten, maar deze militair wilde na een dag vechten even zijn verhaal kwijt: „Ik ben net terug uit het kamp - ik was daar sinds vanmorgen 7.00 uur. We gaan van huis tot huis en vechten van man tot man.”
De Maghawwir al-Bahar nemen geen Fatah al-Islamstrijders gevangen, aldus de marinier. Hij wil echter niet bevestigen dat iedere strijder zonder pardon wordt gedood.
Volgens de marinier zijn strijders van Fatah al-Islam zelfmoordenaars. „Zodra ze ons zien blazen ze zichzelf op.” De marinier wil niets kwijt over eventuele verliezen. „Ik kan alleen zeggen dat we tot nu toe binnen onze eigen groep geen doden hebben.”
Een andere marinier zei dat de operatie nog wel tien dagen kan duren. „Ik ga iedere nacht naar binnen. Het gaat goed maar langzaam, omdat de strijders van Fatah al-Islam niet naar ons toe komen om te vechten. Ze verschuilen zich in de huizen, dus die gaan we stapje voor stapje af.”