Een geheim verbond in de doofpot
Titel:
”Imprimatur”
Auteur: Rita Monaldi en Francesco P. Sorti
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2002
ISBN 90 234 0171 9
Pagina’s: 605
Prijs: € 25,-. Ondergrondse gangen in het barokke Rome, alchemistische laboratoria, een mysterieuze moordenaar en een bloedstollende achtervolging in de ruïnes van het Colosseum. Het zijn de ingrediënten van ”Imprimatur”, een historische roman met een onthullend plot.
In een herberg in Rome overlijdt in september 1683 een oude heer aan de pest. Althans, zo lijkt het. De gasten van de herberg moeten in quarantaine om verdere besmetting te voorkomen. Het blijft echter niet bij dit ene sterfgeval. Een van de gasten, Atto Melani, castraatzanger en geheim agent van Lodewijk XIV, vertrouwt het niet. Gaat het hier werkelijk om de gevreesde zwarte dood of is er een moordenaar in het spel? Hij zoekt de zaak tot op de bodem uit, daarbij geholpen door het knechtje van de herberg. Het hele verhaal is geschreven volgens de memoires van het knechtje.
Een geheim kamertje in de herberg geeft toegang tot de ondergrondse gangen van Rome, de enige weg om vanuit de hermetisch afgesloten herberg op onderzoek uit te gaan. Nachtenlang dwalen Melani en zijn hulpje door geheime tunnels, op zoek naar de waarheid. Maar de vragen worden alleen maar groter. De echte ontdekking komt dan ook pas jaren later, als de quarantaine al lang is opgeheven en Melani en het knechtje elkaar uit het oog hebben verloren.
Tien jaar onderzoek
Die ontdekking, het plot van ”Imprimatur”, kan van betekenis zijn voor de Europese geschiedschrijving. Paus Innocentius XI en zijn steenrijke familie, de Odescalchi’s, hebben jarenlang financiële steun gegeven aan de protestantse vorst Willem III van Oranje. Met dit geld zou Willem III zijn talrijke oorlogen hebben kunnen bekostigen, waaronder de inval in Engeland in 1688, die leidde tot de val van het katholieke koningshuis Stuart. De auteurs, het Italiaanse schrijversduo Francesco Sorti en Rita Monaldi, zeggen voor deze bewering de bewijzen te hebben gevonden in de Vaticaanse archieven en het familiearchief van de Odescalchi’s. Na tien jaar archiefonderzoek geven zij hun ontdekking door middel van een historische roman aan de openbaarheid prijs.
Monaldi en Sorti maken veel ophef over de uitkomst van hun onderzoek. Ze spreken van een „geheim verbond” tussen Innocentius XI en Willem III. Hoewel het om veel geld gaat, is deze conclusie wel erg snel getrokken. Het is bekend dat Willem III veel geld nodig had voor zijn talrijke oorlogen tegen Frankrijk. Zijn belangrijkste financiële steun kwam van drie kanten: de Joodse bankiers, de stad Amsterdam en enkele patriciërsfamilies. Dat zich onder de laatstgenoemde groep ook de familie van de paus bevond, zal Willem weinig hebben kunnen schelen. Als hij zijn ambitie maar kon waarmaken: een Franse hegemonie in Europa voorkomen.
Van de kant van Innocentius valt er meer te zeggen over de financiering. De relatie tussen deze paus en Lodewijk XIV was bepaald niet rooskleurig. En dus kan de steun aan Willem III gezien worden tegen de achtergrond van een politiek spel. Het was volgens de auteurs van ”Imprimatur” voor de paus belangrijker om de band tussen de Franse koning en het katholieke huis Stuart te verbreken dan om te voorkomen dat Engeland protestants zou worden.
Doofpot
Of Innocentius XI werkelijk de Glorious Revolution, zoals de inval in Engeland ook wel wordt genoemd, heeft bekostigd, is de vraag. Vanaf 1671 ontbreken de boekhoudkundige gegevens in het familiearchief van de Odescalchi’s. Het duurt dan nog zeventien jaar voordat Willem voet aan wal zet in Engeland. Volgens de auteurs is het zeer waarschijnlijk dat ook na 1671 het geld naar Holland bleef stromen. Maar daarvoor ontbreken de bewijzen. Feit blijft evenwel dat een paus een protestantse vorst financierde en op die manier tegen het katholieke geloof streed. Monaldi en Sorti verklaren dat vanuit de aard van de paus: gierig en ijskoud.
Volgens de auteurs hebben zowel katholieke als protestantse historici de geldstromen van de paus naar de ketterse stadhouder in Holland in de doofpot willen stoppen. Innocentius XI is een beroemde paus uit de kerkgeschiedenis vanwege zijn steun aan Wenen tijdens het beleg door de Turken in 1683, wat in de roman de dreigende achtergrond vormt van de gebeurtenissen. Onomstreden is Innocentius XI nooit geweest. Pas drie eeuwen na zijn dood, onder paus Pius XII, is hij zalig verklaard. Van een heiligverklaring is nooit sprake geweest.
Dat bracht de auteurs van ”Imprimatur” op een idee. De roman lijkt nu het resultaat te zijn van een langdurig onderzoek door ene Lorenzo Dell’Agio, bisschop van het bisdom Como, naar het leven van Innocentius XI. In een voorwoord aan de congregatie voor zalig- en heiligverklaringen spreekt hij zijn twijfels uit over de paus. In het historisch aanhangsel legt niet het Italiaanse schrijversduo, maar genoemde bisschop verantwoording af van het onderzoek. Alles gesitueerd in 2040. De titel van het boek past ook in deze constructie. Imprimatur staat namelijk voor de pauselijke toestemming tot publicatie.
Vragen
Door deze bijzondere vormgeving van het boek blijft de lezer na afloop wel met een aantal vragen zitten. Wat berust nu op waarheid en wat is fictief? Volgens Monaldi en Sorti is alles in de roman waar gebeurd en zijn de personages authentiek. Maar sommige gebeurtenissen zijn daarvoor te onwaarschijnlijk. Vooral de genezing van de Engelsman Bedford, die al dagenlang doodziek op bed ligt vanwege de pest, komt ongelooflijk over. Niets kan hem genezen, behalve een muziekstuk, dat in het hele boek een belangrijke rol speelt. Als hij het hoort is hij op slag beter. Waar gebeurd?
Imprimatur kan overigens ook als een gewone roman worden gelezen. Het boek is vlot en spannend geschreven. Via raamvertellingen komt de lezer van alles te weten over jansenisten, jezuïeten, astrologie en muziek. De geneeskunsten van arts Cristofano, die uit alle macht probeert de pest tegen te houden, zijn ronduit lachwekkend.