„Tijdgeest gezindte diep binnengedrongen”
GOUDA - De tijdgeest is diep in de gereformeerde gezindte binnengedrongen, aldus prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten. Dat geldt volgens hem zowel op materieel als op geestelijk gebied.
Prof. Van der Duyn Schouten, rector van de Universiteit van Tilburg, sprak zaterdag samen met ds. K. ten Klooster, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Ridderkerk, op een symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi (DC) in Gouda. Het thema was ”Beproeft alle dingen, behoudt het goede. De omgang met geesten in de context van de huidige tijd”.Van der Duyn Schouten sprak over het weerstaan van de tijdgeest. Hij noemde individualisme, relativisme en hedonisme als kenmerkend voor deze tijd. Zijn slotconclusie was dat zeker individualisme en hedonisme diep zijn doorgedrongen in de gezindte.
Zelfs bij de kerkdiensten gaat het vaak om individualisme. „Is het niet zo dat bijvoorbeeld de zegen van de zondagse kerkdienst ook onder ons steeds meer wordt afgemeten aan de persoonlijke ervaring van het individu? Het neerzitten onder het Woord om gezamenlijk te horen wat God tot ons te zeggen heeft, lijkt steeds meer plaats te maken voor het opdoen van geestelijke ervaring. Nu zal ik de laatste zijn om geestelijke ervaringen te bagatelliseren, maar het lijkt mij een uiterst kwalijke ontwikkeling als we de waarde van zondagse kerkdiensten daaraan gaan afmeten.”
Als onderdeel van het proces van individualisering noemde de hoogleraar dat het begrip trouw veel van zijn waarde verloren heeft. Dat is niet alleen te zien aan het grote aantal echtscheidingen in onze maatschappij, maar ook aan de geringe waardering die iemand krijgt als hij 25 jaar bij een bedrijf werkt.
Ook in het kerkelijke leven wordt het begrip trouw minder belangrijk, signaleerde Van der Duyn Schouten. Hij riep de jongeren op om zo veel mogelijk trouw te blijven aan de eigen kerk. „Dat je opgegroeid bent in een bepaald gezin en via je ouders lid geworden bent van een bepaalde kerk, mag niet als toeval worden aangemerkt. Tegenover de trouw die God ons daarin door de geslachten bewijst, betaamt het niet om al te gemakkelijk naar een ander kerkelijk verband over te stappen.”
Het hedonisme, het stellen van het genot in het middelpunt van het leven, is volgens prof. Van der Duyn Schouten misschien wel de meest typerende levenshouding van deze tijd. Hij gelooft dat deze levensstijl inmiddels ook in de gereformeerde gezindte zijn tienduizenden verslaat.
„Genoeg begint ook onder ons een steeds spaarzamer begrip te worden. Dat geldt in materiële zin, maar ik bespeur ook gelijksoortige tendensen als het om het geestelijke gaat. Zijn de successen van EO-manifestaties en opwekkingsbijeenkomsten er geen bewijs van dat ook onder de reformatorische jeugd steeds heftiger prikkels en intenser ervaringen nodig zijn om ons geestelijk te bevredigen?”
De andere spreker, ds. K. ten Klooster, sprak over het ontmaskeren van de dwaalgeesten. In de Bijbel wordt, aldus de hersteld hervormde predikant, voortdurend gewaarschuwd tegen dwaallering en dwaalleraars. Daarbij schuwen de Bijbelschrijvers het gebruik van sterke bewoordingen als grijpende wolven, zware wolven, honden, vijanden van het kruis en waterloze fonteinen niet.
Ds. Ten Klooster haalde het boek ”Bezwaren tegen de geest der eeuw” van de bekeerde jood Isaäc da Costa aan. Da Costa waarschuwde tegen de handelwijze van de toenmalige verlichtingspredikers die het ongeloof propageren en het ware geloof verdacht maken. Wat vroeger afval heette, noemt men tegenwoordig godsdienstige verlichting, stelde Da Costa.
Bij de verlichtingsdenkers was verdraagzaamheid een toverwoord, aldus de Ridderkerkse predikant. Da Costa maakte onderscheid tussen twee soorten verdraagzaamheid. De echte tolerantie kent zelfverloochening en liefde. Gewaande zelfverloochening daarentegen kenmerkt zich door onverschilligheid en eigenbelang, wat uiteindelijk goddeloosheid tot gevolg heeft.
Da Costa verzette zich ook tegen de verheerlijking van de publieke opinie. De publieke opinie van het volk Israël keerde zich tijdens de woestijnreis meerdere malen tegen Mozes. Dat komt volgens Da Costa omdat de mens uit de staat van de rechtheid is vervallen.
Da Costa achtte het niet mogelijk dat een maatschappij door het eigen gevoelen bestuurd kan worden, maar dat het door een hogere Hand moet gebeuren. De publieke opinie kan volgens hem de maatschappij zelfs in het verderf storten. Da Costa riep ertoe op om de waarheid te verkondigen en de haat en de bespotting van de wereld niet te vrezen.