Het drietal trad af na een heftig debat over de onregelmatigheden rond de tijdelijke huisvesting van het provinciebestuur en de ambtenaren. Tijdens dit debat wilden CDA en PvdA een motie van treurnis in stemming brengen. Daarop hielden de gedeputeerden de eer aan zichzelf.Donderdagavond verscheen een rapport waaruit bleek dat de gang van zaken rond de tijdelijke huisvesting van het bestuur van de provincie Friesland is omgeven met fouten. Het rapport is gemaakt in opdracht van de provincie.

Belangrijke uitkomst was onder meer dat de provincie heeft verzuimd Europees aan te besteden, terwijl dat wel verplicht is. Een interim-adviseur die werd aangesteld om de tijdelijke huisvesting in goede banen te leiden, bleek per maand 30.000 euro te verdienen. Daarop werd verontwaardigd gereageerd.

Met de bouw en verbouw van het tijdelijke provinciehuis was een bedrag van 13 miljoen euro gemoeid. Bouwmeester Kant, die leiding moest geven aan de bouw van het nieuwe provinciehuis, stapte na een forse ruzie met de ambtelijke leiding op. Al in een eerder stadium merkte zij op dat verbouw van het tijdelijke provinciehuis plaatsvond in een sfeer van vriendjespolitiek, dubieuze aanbestedingen en ondoorzichtige financiële constructies.

Gedeputeerde Baas kondigde onmiddellijk na het verschijnen van het rapport aan maatregelen te zullen nemen. Zo wilde hij het mandaat van ambtenaren om financiële besluiten te nemen aan banden leggen. Blijkens het rapport was het mandaat van de Friese ambtenaren vrijwel onbeperkt.

Commissaris van de Koningin Nijpels en de overgebleven gedeputeerden Mulder en Andriesen (beiden PvdA) vormden voor minder dan een etmaal een rompcollege. De drie afgetreden gedeputeerden keren niet terug in het nieuwe college, dat woensdag is geïnstalleerd.