Bedwinger van de Zuiderzee
Titel: ”Verover mij dat land. Lely en de Zuiderzeewerken”
Auteur: Willem van der Ham
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 8506 437 4
Pagina’s: 432
Prijs: € 34,50.
Hij is bekend geworden vanwege het afsluiten van de Zuiderzee. Maar Cornelis Lely deed meer. Voordat de telefoon een doorbraak beleefde, zag hij de stoomtrein als het belangrijkste communicatiemiddel van de toekomst. En toen er nog maar weinig auto’s in Nederland rondreden, pleitte hij al voor goede verkeersregels. ”Verover mij dat land” schetst een beeld van de man achter de Zuiderzeewerken. Lely wordt in 1854 geboren. Zijn vader hoopt dat hij predikant wordt, maar Cornelis kiest een andere richting. Hij ziet meer in het vak van ingenieur. De eerste brochure die hij schrijft, gaat over de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal. Het is een project dat hij nooit voltooid zal zien. Wanneer hij in 1929 tijdens zijn werk op zijn studeerkamer overlijdt, is hij eveneens bezig met een brochure over dit onderwerp. Pas na zijn dood wordt het kanaal aangelegd.
Wanneer Lely in 1886 bij de Zuiderzeevereniging komt, kan hij werken aan zijn grote ambitie: het bedwingen van de Zuiderzee. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot, zo beschrijft Willem van der Ham in zijn boek ”Verover mij dat land. Lely en de Zuiderzeewerken”. Als medewerker van de Zuiderzeevereniging, maar ook tijdens zijn drie ministerschappen, ondervindt Lely veel weerstand. Het lijkt erop dat de critici moeilijker zijn te bedwingen dan de Zuiderzee.
Twee argumenten voeren bij de tegenstanders vaak de boventoon: de hoge kosten van het project en de gedachte dat het technisch onhaalbaar is. De onderliggende gedachte is echter veelal koudwatervrees. Lely verwijt politici en medewerkers van Rijkswaterstaat dan ook veelvuldig een gebrek aan lef en ambitie. Slechts een select gezelschap ziet toekomst in zijn plannen.
Surinaamse spoorlijn
Mislukkingen zijn er echter ook. In zijn periode als gouverneur van Suriname maakt Lely een begin met de aanleg van een spoorlijn. Daarvan wordt echter maar een deel gerealiseerd. De restanten zijn tegenwoordig overwoekerd door het oerwoud.
Het boek, waarin de tekst wordt afgewisseld met foto’s en kaartjes, beschrijft helder het politieke klimaat aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Een periode waarin door de komst van nieuwe technieken veel verandert. Een tijd ook waarin voor het eerst serieus wordt nagedacht over arbeidsomstandigheden en waarin veel vernieuwingen worden verwezenlijkt. Bovendien een periode waarin Nederland opkrabbelt van een land met een achterstand tot een natie die iets aandurft.
Lely mag dan te maken hebben met tegenwerkende politici, de steeds beter wordende techniek speelt hem in de kaart. Als kind ging hij al graag met zijn vader mee met de trein. En als minister opent hij menig treinstation. Het doel is zo veel stations te bouwen dat iedereen op maximaal vier uur gaans, dus een loopafstand van 20 kilometer, in de trein kan stappen. Een enorme vooruitgang. De bedoeling van Lely is ook om op de Afsluitdijk een spoorbaan aan te leggen. Dat zal er nooit van komen: de trein wordt ingehaald door de auto.
Autorace
Lely is zeer gecharmeerd van dit voertuig. Maar hij ziet ook in dat een goede regelgeving noodzakelijk is. In 1896 wordt de eerste auto in Nederland geïmporteerd en twee jaar later, in 1898, geeft hij al de eerste vergunningen voor het rijden met een auto. Enkele maanden daarna is de autorace tussen Parijs en Amsterdam een feit. Critici noemen het voertuig een speeltje voor de rijken. Automobilisten beschouwen Lely echter als de vader van de auto.
Wanneer in 1903 de spoorwegarbeiders staken, blijkt de auto een alternatief. Op 6 april verspreiden zestien auto’s de post over het land, omdat de treinen niet rijden. De overheid heeft wel door dat de stakers woedend zijn en sturen met elke auto een begeleider met revolver mee. De afstand van Den Haag naar Utrecht wordt in 1 uur en 48 minuten overbrugd. Een topprestatie, zeker gezien de zware weersomstandigheden, de slechte wegen en de blokkades.
De techniek zal Lely ook in staat stellen om de Afsluitdijk aan te leggen. Terwijl dreigende oorlogswolken zich boven Europa samenpakken, maakt hij zich op voor de strijd tegen het water. Op het hoogtepunt van de crisis die tot de Eerste Wereldoorlog zal leiden, eind juli 1914, verblijft minister Lely op een vakantieadres in Mariënbad, in het huidige Tsjechië. Terwijl de hotelmedewerkers worden gemobiliseerd, blijft Lely waar hij is. Premier Cort van der Linden eist echter dat hij terugkomt. Twee dagen na zijn terugkomst valt Duitsland België aan.
Lely’s vrouw overlijdt op de dag van thuiskomst als gevolg van alle emoties. Lely is, overmand door verdriet, enige tijd niet aanwezig bij de ministerraad. Daarna pakt hij zijn werk weer op. Toch zal niet Lely, maar een natuurramp de doorslag geven. Bij de watersnood van januari 1916 komen meerdere mensen om het leven in de plaatsen rond de Zuiderzee. Vooral Marken wordt zwaar getroffen. De noodzaak van de Afsluitdijk is nu wel aangetoond. Enkele dagen voordat het kabinet in 1918 aftreedt, aanvaardt de Tweede Kamer de Zuiderzeewet.
Geen lift
Lely blijft tot het laatst toe betrokken bij zijn levenswerk. Hij houdt niet van opgeven. Ook in zijn laatste levensjaren brengt hij nog regelmatig een bezoek aan de Zuiderzeewerken. Wanneer hij daar op een keer in de regen langs een weg loopt, biedt een automobilist de oude man een lift aan. Maar Lely weigert. Hij heeft wel zwaarder weer te verduren gehad.