VS redden 42 mensen uit handen van al-Qaida
BAGDAD - Een inval in een schuilplaats van al-Qaida in Irak door Amerikaanse militairen heeft de bevrijding van 42 ontvoerde Irakezen opgeleverd, onder wie enkelen die waren gemarteld. Het Amerikaanse leger heeft dat zondag bekendgemaakt.
De Irakezen werden vastgehouden in Diyala, ten noordoosten van Bagdad. Nog niet eerder zijn zoveel gijzelaars van al-Qaida in Irak tegelijk bevrijd. Sommige gijzelaars werden al vier maanden vastgehouden, aldus het leger.Amerikaanse en Iraakse troepen zijn zondag voor de tweede dag op rij in Bagdad de sjiitische wijk Sadr City binnengegaan om een einde te maken aan de activiteiten van de daar opererende opstandelingen. In Basra, in het zuiden van Irak, vielen Britse troepen zondagmorgen in een nachtelijke operatie sjiitische opstandelingen aan. Ze wisten er drie te doden terwijl ze belaagd werden met bermbommen, raketten en geweervuur.
Vrijdag hield de anti-Amerikaanse radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr, die sinds begin dit jaar zat ondergedoken, ter gelegenheid van zijn terugkeer in Irak een toespraak in de heilige stad Kufa. Daarin veroordeelde hij de Iraakse regering en eiste hij de onmiddellijke terugtrekking van het Amerikaanse leger.
Enkele uren daarvoor schoten Britse en Iraakse troepen in Basra de lokale leider van Al-Sadrs Mahdimilitie dood. In de plaats Kut, ten zuidoosten van Bagdad, dienden zeventig politieagenten zondag collectief hun ontslag in en leverden ze hun wapens in, uit angst doelwit te worden van de Mahdimilitie.
Het Amerikaanse leger maakte zaterdag melding van acht gesneuvelde militairen; zeven landmachtmilitairen en een marinier. Zij kwamen bij verscheidene geweldsincidenten om het leven. Zondag maakte het leger bekend dat zaterdag ook twee militairen zijn gedood door opstandelingen. In de maand mei, net als april een van de dodelijkste maanden in de geschiedenis van de Amerikaanse oorlog in Irak, zijn tot nu toe 102 doden gevallen aan Amerikaanse zijde. In april kwamen 104 Amerikanen in Irak om.
Het Amerikaanse leger draagt woensdag in de Koerdische regio van Irak de eindverantwoordelijkheid voor veiligheidszaken over aan de drie Koerdisch-Iraakse provincies (Arbil, Suleimaniyah en Dahuk).
De regering van de regio organiseert in Arbil een ceremonie voor deze overdracht, aldus een zegsman van de Amerikaanse strijdkrachten maandag in Irak. De regering van de Koerdische regio is volgens hem in staat de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de veiligheid in de regio.
Daarmee hebben de Irakezen vanaf woensdag in zeven van de achttien provincies weer de eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid en openbare orde. De Iraakse centrale regering kreeg die eerder al in vier provincies.
In Koerdisch Irak ligt dit onder meer gevoelig omdat Turkije meer actie in die streek wil tegen Koerdische separatistische extremisten, vooral die van de PKK (Koerdische Arbeiderspartij). Die beweging rekent in Iraaks Koerdistan op steun. Turkije heeft met militair ingrijpen op Iraakse grondgebied gedreigd om terroristen uit te schakelen.
In het zuidoosten van Turkije zijn tal van acties gaande tegen vooral vermeende leden of aanhangers van de PKK. Turkse militairen schoten maandag in de Turkse provincie Tunceli twee PKK-strijders dood. Twee mensen die met een bom onderweg waren zijn aangehouden door een speciale anti-terreureenheid van de politie. Een van de verdachten heeft een zoon die behoort tot een groep PKK-strijders die naar Noord-Irak is uitgeweken. Duizenden PKK-strijders in het noorden van Irak beramen aanvallen of voeren ze uit op de grensstreek in Turkije, aldus de Turkse autoriteiten.
Een zelfmoordaanslag met een autobom in een drukke winkelwijk in het centrum van Bagdad heeft maandag aan minstens 21 mensen het leven gekost, aldus de politie en medewerkers van ziekenhuizen. Er vielen 66 gewonden, onder wie drie verkeersagenten. De aanslag had plaats bij de Abdul-Qadir al-Gailani moskee, een ook door sjiieten vereerd soennitisch heiligdom in de wijk Sinak, aan de oostelijke kant van de rivier de Tigris.
Elders in de Iraakse hoofdstad waren Iraakse politieagenten in gevecht verwikkeld met opstandelingen die twee busjes hadden gekaapt. De busjes waren van het centrale busstation Bab al-Mudham onderweg naar sjiitische wijken in het oosten toen ze in de soennitische enclave Fadhil werden overvallen. De overvallers namen minstens vijftien passagiers mee naar een verlaten gebouw. Er brak een vuurgevecht uit toen politietroepen ongeveer een halfuur later arriveerden. Minstens drie agenten werden gedood en vier raakten gewond.
Bij een bomexplosie en mortierinslagen in Bagdad vielen vier doden en vijftien gewonden.