„Zonder het Woord geen opwekking”
BIDDINGHUIZEN - „Stop met het lezen van kleine stukjes uit de Bijbel, want dan begrijp je de boodschap niet.” Tijdens de tweede dag van de pinksterconferentie van Stichting Opwekking in Biddinghuizen spoorde de Britse Bijbelleraar David Pawson zijn gehoor aan om de Bijbel te lezen als een detective: van voor naar achteren, met hele gedeelten tegelijk.
Pawson sprak zaterdagmorgen in de grote samenkomsttent over het thema: ”De Bijbel: geen boek maar een bibliotheek.” De Bijbel in zijn huidige vorm is niet zoals God hem gewild heeft, betoogde hij. „Hij is beschadigd door twee bisschoppen. Een Franse en een Ierse. De Franse pakte een pen en verdeelde het Woord in hoofdstukken. Vaak ontdek je tijdens het lezen dat de indeling niet klopt.”De Bijbelleraar, die een reizende bediening heeft onder kerkleiders in Groot-Brittannië en overzee, noemde enkele voorbeelden van een verkeerde indeling, waaronder Jesaja 53. „Dit geweldige hoofdstuk is een lied, maar de eerste regels ervan staan in hoofdstuk 52. Die regels bepalen de klank van het hele lied.”
Als de hoofdstukken 19, 20 en 21 van Openbaring niet van elkaar waren gescheiden, zouden christenen niet van mening verschillen over het duizendjarig vrederijk, zo is Pawson van mening. Ook de versindeling, afkomstig van een Ierse bisschop, kan christenen op het verkeerde been zetten, zei de Brit. „We kennen wel afzonderlijke teksten, maar niet hele gedeelten. Maar wie een detective leest, begint ook niet met hoofdstuk tien, om vervolgens een stukje uit dertien te lezen en dan terug te gaan naar hoofdstuk zeven. Op die manier begrijp je het boek nooit.”
Volgens de Bijbelleraar is er voor ieder Bijbelboek een sleutel die het boek kan ontsluiten. Een lezer krijgt de sleutel in handen door zich af te vragen waarom het boek is geschreven. Pawson: „Zo bestaat het Bijbelboek Spreuken niet uit beloftes, maar uit spreuken. Die zijn meestal waar, maar gelden niet in iedere situatie. Toch gaat bijna iedere christen met het boek om alsof er beloftes in staan.”
Pawson riep op tot het lezen van de Bijbel vanuit Gods gezichtspunt. „Zie het Woord niet als een medicijnkistje of als iets dat ons door het leven moet helpen. Lees de Bijbel voor Hem. Hij wil dat je Hem leert kennen, op Hem gaat lijken. Dat kan door te luisteren, door tijd met Hem door te brengen.”
Direct na de lezing vroeg Kees Goedhart, voorzitter van Stichting Opwekking, mensen naar voren te komen „bij wie er een stuk liefde voor het Woord weg is.” Vervolgens was er gebed voor hen. Goedhart: „We moeten leven naar het Woord, anders zal er geen opwekking komen.”
Behalve een hoofdprogramma was er tijdens het pinksterweekend een zendingsprogramma en een jongerenprogramma. Ook de tieners en de kinderen konden vier dagen lang meedoen aan voor hen georganiseerde activiteiten. Sprekers waren onder meer ds. Ron van der Spoel, ds. Gijs Lammerts van Buren en ds. Hans Eschbach.
Zaterdagmiddag was er volgens het programmaboekje een ”pinksterparty”, op zondag hadden onder meer een sing-in en de viering van het Heilig Avondmaal plaats. Tijdens de sing-in waren er 40.000 mensen aanwezig op het terrein van Walibi World, waar de conferentie gehouden werd. Het thema van de pinksterconferentie was ”Geest en Vuur”.
In ”Heavens Door”, de tent waarin een groot deel van het jongerenprogramma draaide, sprak zaterdagmiddag prof. dr. Willem Ouweneel over ”leven door de Geest.” Hij legde aan de hand van vijf punten uit hoe God zich bekend maakt en antwoord geeft.
„Allereerst is dat door de Bijbel en dus door middel van de Heilige Geest. Stel, je staat voor een moeilijke keuze. Probeer eens te bedenken wat Hij zou zeggen als je jouw vraag aan Hem stelde? Om dat te kunnen weten, moet je Hem kennen. Je kent Hem door Zijn Woord te lezen. En hoe meer je Hem leert kennen, hoe beter je weet wat je moet doen.”
Naast de Bijbel is bidden een middel om Gods wil te leren kennen, zei prof. Ouweneel. „Bidden is een oefening in eerlijkheid. Een gebed is geen contract waaronder God zijn paraafje moet zetten. In een eerlijk gebed ben je bereid om jouw verlangen ondergeschikt te maken aan dat van God.”
Hij onderscheidde een natuurlijk en een geestelijk gebed. Een natuurlijk gebed is volgens hem een standaardgebed om bijvoorbeeld bewaring, gezondheid en zegen over het eten. Bidden in de geest is „vertrouwelijk bidden, op basis van wederkerigheid. We hebben toch een relatie met God?” Ouweneel vroeg de jongeren of ze er wel eens bij stil stonden dat we vaak alleen vragen wat we nodig hebben. „Bidden in de Geest is vragen: „Wat vindt U belangrijk? Waarvoor wilt U dat ik bidt?””
Ook profetie noemde hij een middel waardoor God spreekt. „Wees er niet bang voor, maar toets deze wel. Daar wil ik een dikke streep onder zetten. Ze mag je nooit leiden. Neem de profetie mee naar God, spreid deze voor Hem uit en vraag: „Is het van U of niet?” Niet een profeet leidt je leven.”