In zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat stemden ruime meerderheden voor de oorlogsbegroting zonder dat daarin data waren opgenomen voor de terugtrekking van Amerikaanse militairen uit Irak.In het door Democraten gecontroleerde Huis van Afgevaardigden stemden 280 parlementariërs voor het wetsvoorstel en 142 tegen. In de Senaat steunden tachtig vertegenwoordigers de wet en verwierpen veertien collega’s hem. Onder de tegenstemmers waren de Democratische zwaargewichten Hillary Rodham Clinton, Barack Obama en Christopher Dodd, allen presidentskandidaat.

De aanname van de wet is een grote overwinning voor president Bush en zijn regering. Ze stonden maandenlang lijnrecht tegenover de Democraten over de financiering van de oorlogen. Bush en de Republikeinen weigerden in te stemmen met de Democratische eisen voor terugtrekking uit Irak.

De Democraten wilden data opnemen in de begroting om zo Bush en de zijnen te dwingen militairen terug te halen uit de inpopulaire oorlog in Irak. Een eerste oorlogsbegroting met terugtrekkingsdata werd door Bush uit het water geblazen met een veto. De Democraten hadden onvoldoende steun in het Congres om het veto ongedaan te maken.

Om te voorkomen dat de partij vervolgens het aura zou krijgen de troepen in Irak niet te steunen, ging ze op zoek naar een compromis. Als doekje voor het bloeden kregen de Democraten het gedaan dat de Iraakse regering een verplichting opgelegd krijgt resultaten te boeken. Halen ze de achttien in de oorlogsbegroting gestelde doelen niet, dan bestaat het riscio dat de geldkraan wordt dichtgedraaid.

Felle tegenstanders van de oorlog zoals de Democraat John Murtha konden hun woede nauwelijks in bedwang houden en ook Huisvoorzitter Nancy Pelosi was niet blij met de mede door haar toedoen tot stand gekomen deal waar ze uiteindelijk zelf tegenstemde. „Dit is als een vijgenblad, dit is symbolisch, een kleine stap vooruit. In plaats daarvan hadden we een grote sprong voorwaarts moeten maken in een nieuwe richting".

Het Witte Huis was juist in zijn nopjes met de doorbraak. „Het Congres moet gefeliciteerd worden omdat het met succes onze troepen heeft voorzien van de fondsen en de flexibiliteit die zij nodig hebben voor het beschermen van ons land, in plaats van arbitraire tijdschema’s verplicht te stellen voor militaire operaties", aldus zegsman Alex Conant.

De Amerikaanse troepen in Irak gaan nog een hete zomer tegemoet, waarschuwde president Bush eerder op donderdag in een toespraak. „We verwachten zware gevechten in de komende weken en maanden. We kunnen meer Amerikaanse en Iraakse slachtoffers verwachten". Het dodental aan Amerikaanse zijde in de oorlog nadert met rasse schreden de 3500. Het aantal gewonden staat op 34.000.

Mede daardoor ligt de steun voor de oorlog, die inclusief het geld dat donderdag werd toegezegd de Amerikaanse belastingbetaler al 565 miljard dollar heeft gekost, op het diepste punt tot nog toe. Van de Amerikanen vindt 61 procent dat de VS Irak niet hadden moeten binnenvallen, vergeleken met 51 procent in april. Bijna de helft van de Amerikanen (47 procent) vindt dat het „zeer slecht" gaat in Irak.

Een meerderheid van de ondervraagden blijft wel bereid geld te stoppen in de Irak–operatie als de regering in Bagdad maar doelen haalt, zoals op veiligheidsgebied. Dergelijke doelen zijn nu in ieder geval voor het eerst opgenomen in de oorlogsbegroting.