Doorstart van de Sovjet-Unie
De mislukte top tussen Rusland en de EU, eind vorige week in het Russische Samara, vormt opnieuw een bevestiging van het beeld dat het tussen beide al lang niet meer botert. Haast vanzelf komen de herinneringen aan de Koude Oorlog weer bovendrijven. Hoewel het te simpel is om dit etiket op de huidige verstandhouding te plakken, zijn er wel degelijk parallellen te trekken met de tijd van weleer.
Een blik op de lijst van onderlinge irritaties maakt dat wel duidelijk. Een heikele kwestie is het voornemen van Polen en Tsjechië om mee te werken aan Amerikaanse plannen voor de bouw van een raketschild in Oost-Europa. Een ander heet hangijzer blijft de kwestie Iran. Europa en de VS willen harde maatregelen om Iran te dwingen af te zien van zijn nucleaire programma, terwijl Rusland een schimmig beleid voert dat het Westen voortdurend dwarsboomt. Conflictstof biedt ook de discussie over de toekomstige status van Kosovo. Moskou steunt Belgrado in zijn eis dat de Servische provincie onderdeel moet blijven van de republiek Servië, terwijl de meeste EU-landen een vorm van onafhankelijkheid lijken te bepleiten.Eveneens hoog op de agenda staat het thema energievoorziening. Europa probeert zijn afhankelijkheid van olie en gas uit Rusland te verkleinen, terwijl het Kremlin dat net zo hard probeert tegen te gaan. Het jongste akkoord tussen Rusland, Kazachstan en Turkmenistan over de bouw van een gaspijpleiding over Russisch grondgebied richting het Westen, heeft daar alles mee te maken. Wat de verhoudingen tussen Moskou en Brussel evenmin ten goede komt, is het hardhandige optreden van het Kremlin tegen alles wat in Rusland naar oppositie riekt. Het jongste dieptepunt is ten slotte het agressieve optreden van Rusland jegens zijn kleine buur Estland, dat een standbeeld ter herinnering aan de slachtoffers van het Rode Leger in de Tweede Wereldoorlog durfde te verplaatsen.
Dat laatste voorbeeld maakt voldoende duidelijk dat ondanks de val van het communisme veel in het Kremlin bij het oude is gebleven. Want ten aanzien van de buitenlandse politiek varen president Poetin en zijn kliek nog altijd de koers van de voormalige Sovjet-Unie. Zo weigert Rusland te erkennen dat het in 1939 de -tussen de beide wereldoorlogen onafhankelijke- staten Estland, Letland en Litouwen illegaal bezette na een monsterverbond tussen Hitler-Duitsland en de Sovjet-Unie. In plaats daarvan schildert Moskou deze landen, wanneer ze hier de vinger bij leggen, af als fascisten en bondgenoten van Hitler, wat baarlijke nonsens is.
In dat licht moet ook de intensieve ’bemoeienis’ van Moskou met Georgië, Oekraïne, Centraal-Azië en een land als Iran worden gezien. Overal waar Rusland een vinger in de pap heeft, hebben Europa en de VS het niet voor het zeggen, denkt Poetin, die in het verleden openlijk zijn teleurstelling heeft uitgesproken over de ondergang van de Sovjet-Unie. Na het faillissement van de Sovjet-Unie en de jaren van chaos onder president Jeltsin, is het Kremlin duidelijk bezig met een doorstart.
Het ziet ernaar uit dat er niet snel verandering zal komen in deze situatie. Zeker niet met de Russische parlements- en presidentsverkiezingen in december 2007 respectievelijk maart 2008 op komst. Je afzetten tegen het buitenland dient immers ook politieke doeleinden in eigen land. Het moet dan ook niet worden uitgesloten dat de anti-Westerse propaganda de komende maanden wordt opgeschroefd.
Europa dient zich hiervan rekenschap te geven, zeker nu het ook een aantal voormalige satellietstaten en zelfs drie voormalige republieken van de Sovjet-Unie binnen zijn gelederen heeft. Het communisme mag dan zijn overwonnen, de machthebbers in het Kremlin zitten er nog steeds. Of, met een variant op wat de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog zeiden: „De keizer ging, de generaals bleven.”
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.