Islam onverenigbaar met het Evangelie
Wie stelt dat iemand christen kan worden en tegelijk naar de moskee kan blijven gaan, suggereert dat je tegelijkertijd kunt belijden dat Jezus Heer is én kunt belijden dat Hij dat niet is, schrijft ds. Cees Rentier.
Kun je Jezus erkennen als Heer en tegelijkertijd als moslim de traditionele banden met moskee en Koran blijven behouden? Ja, zei Jaap Hansum blijkens het verslag in deze krant (15 mei) op een symposium in Ede. God is groter dan de kerk of het christendom. Mijns inziens is de boodschap van Pinksteren dat we ieder bij wie Gods Geest de grenzen die moskee en Koran hun stellen doorbreekt, met blijdschap welkom moeten heten in de kerk.Waar deze discussie niet over gaat, is het verschil tussen Allah en God. Volgens Ben Kok (RD van 18 mei) draagt Hansum een godslasterlijke visie uit, omdat hij de ware God met de maangod of oorlogsgod Allah verwart. Dit is klinkklare onzin! Allah was ten tijde van Mohammed niet een maangod of oorlogsgod. Allah is altijd het algemene woord voor God geweest dat iedereen gebruikte en dat verwant is aan het Hebreeuwse ”elohim”, het algemene woord voor God dat we in het Oude Testament tegenkomen. Elke Arabische Bijbel gebruikt het woord Allah voor God; een ander woord voor God bestaat er niet in het Arabisch.
Waar het in deze discussie wel over gaat, is het verschil in belijdenis en dienst aan God. Het islamitische credo en de islamitische liturgie in de moskee zijn onverenigbaar met het Evangelie. Wie stelt dat iemand christen kan worden en tegelijk naar de moskee kan blijven gaan, suggereert dat je tegelijkertijd kunt belijden dat Jezus Heer is als Zoon van God en Redder der wereld én kunt belijden dat Hij dat niet is. Blijven zeggen dat je moslim bent, betekent immers ten minste dat je instemt met de islamitische geloofsbelijdenis en dus het profeetschap en de boodschap van Mohammed en de goddelijke inspiratie van de Koran. Er staan behartigenswaardige dingen in de Koran en ik kan soms leren van vrome moslims, maar het spoor van Jezus Christus gaat toch wezenlijk een andere kant op dan de weg die Mohammed wijst. Het Nieuwe Testament laat zien dat de navolging van Jezus Christus een radicale breuk betekent met alle andere vormen van godsdienstigheid en mede daarom altijd weer verzet oproept.
De uitspraak dat God groter is dan de kerk of het christendom roept vandaag al snel veel instemming op. Allerlei vrije kerkvormen (”fluid church”) zouden de afgedankte kerkelijke instituties moeten vervangen en veel toegankelijker zijn moeten voor nieuwkomers. Hansum maakt een onderscheid tussen de Jezusbeweging(en) in de evangeliën en de institutionalisering die zich in Handelingen en daarna ontvouwt. Maar bij die vermeende tegenstelling zijn Bijbels-theologisch en kerkhistorisch sterke vraagtekens te plaatsen. In Jeruzalem, Samaria en Athene gaat het steeds om dezelfde breuk met het verleden en de nieuwe gemeenschap van hen die Christus belijden. De gemeenschap die samenkomt rondom het Woord van God, die nieuwe gelovigen doopt en samen het avondmaal viert. Daar kan geen moslim zonder wanneer hij tot geloof in Christus komt. Onze ervaring is dat de traditionele kerken zeker niet minder nieuwe gelovigen uit de wereld van de islam weten te bereiken en ’vast te houden’ dan losse bewegingen. Niet voor niets bestaan er nauwelijks serieuze buitenkerkelijke bewegingen van Jezusmoslims. God is niet groter dan de kerk, Hij is in Christus haar Hoofd.
Langdurig proces
Nu is het duidelijk dat bekering bij gesloten gemeenschappen vaak een langdurig proces is. De familie Hansum verricht in Antwerpen bewonderenswaardig werk. Vooroordelen en wantrouwen worden weggenomen door langdurige vertrouwensrelaties, waardoor er ruimte ontstaat voor het Evangelie. Dat er nog niet onmiddellijk gedoopt wordt omdat belangstellende moslims nog niet aan die keuze toe zijn of de consequenties van de moslimgemeenschap vrezen, wil inderdaad nog niet zeggen dat God niet aan het werk is. Wij kunnen als buitenstaanders niet voor anderen bepalen wanneer ze zich moeten laten dopen, en op welk moment en hoe ze met islamitische rituelen breken en hun familie laten weten dat ze Jezus volgen.
Iets anders is het om dat tot een missionaire strategie te maken. Dat belemmert de geestelijke groei en wekt bevreemding en wantrouwen. Niet alleen bij moslims, maar ook bij ex-moslims die christen werden en vaak ervaren hebben dat hun geloof gesterkt werd door de manier waarop God een weg baande door die moeilijke start heen.
Overigens is het zelden de band met de moskee die voor moslims zo moeilijk te verbreken is. In de familiekring spelen vaak allerlei rituelen en gewoonten die vermengd zijn met bijgeloof een grotere rol dan Koran en moskee. Wij kunnen de keus voor de betrokkenen niet maken, maar we weerstaan het werk van Woord en Geest wanneer we moslims niet bemoedigen en ondersteunen om alles los te laten en op Jezus te vertrouwen.
De auteur is directeur van de stichting Evangelie & Moslims.