Ongeremde kunst bevrijdt niet
Vrije kunst kan geweldig fascineren en provoceren, maar bevrijdt niet echt van onze aangeboren slaafse banden. Met kunst en literatuur in het bijzonder is echter niets mis. Sterker, juist een christen moet op zijn hoede zijn voor kitsch, stelt ds. L. W. van der Meij.
Na het lezen van het artikel van Albert van Zanten over de schrijver Jan Wolkers (in de RD-bijlage Talent van vorige week maandag) moest ik denken aan een ritueel dat in het oude Rome werd gevierd. Een soort carnaval. Een slaaf mocht elk jaar één dag voor heer en meester spelen. Dan haalde hij echt zijn hart op. Dan was het feest. Maar de dag daarop was hij gewoon weer slaaf. Er veranderde eigenlijk niets aan zijn situatie.Moderne literatuur heeft een hoog realiteitsgehalte. De werkelijkheid moet zichtbaar worden. Anders ben je niet authentiek, niet echt, niet geloofwaardig. Niet acceptabel. Wie de realiteit negeert of camoufleert, is een hypocriet. Een echte schrijver van deze tijd heeft niets te verbergen. Zeker niet op het terrein van de erotiek, die men dan in de wandelgangen liefde noemt. Echte schrijvers bedrijven de vrije liefde en de vrije kunst. Wolkers heeft in zijn boeken zijn bevrijding uit de gevangenis van Oegstgeest, het calvinisme van zijn ouderlijk huis, beschreven en gepropageerd. En toen kon het feest beginnen.
Dat heeft iets aantrekkelijks, vooral voor mensen die het christelijk geloof niet anders kennen dan vanuit een geritualiseerde subcultuur (zie het artikel van Enny de Bruijn in dezelfde bijlage). Wie de beleving van de vrije gunst niet kent, of die niet heeft waargenomen in zijn directe omgeving, valt heel gemakkelijk voor de baäl van de vrije kunst c.q. literatuur. Ik kan Wolkers en andere schrijvers best volgen. Wat voor aantrekkingskracht heeft een geritualiseerd calvinisme waaraan de echte geloofsbeleving en dus verwondering ontbreekt? Een cultuur waarin men in principe kiest voor antiek en niet voor authentiek.
Ontdekkend
Laten we eerlijk zijn: de woorden van Psalm 2 („laat ons hun banden breken en hun touwen van ons werpen”) slaan toch niet alleen op Jan Wolkers en zo veel andere schrijvers en kunstenaars? Het gaat over ons allemaal. Wie wel eens een boek van Wolkers heeft gelezen of heeft ’moeten’ lezen, herkent verschrikkelijk veel van wat in eigen hart leeft. De boeken van Wolkers zijn daarom in zekere zin ook heel ontdekkend. Letterlijk. En verleidelijk. Maar zijn ze ook bevrijdend?
Of wordt hier inderdaad het feestje van de Romeinse slaaf beschreven, een cynisch carnaval voor arme stakkers die de hoop op echte bevrijding hadden opgegeven? We zouden niet alleen maar boos op Wolkers moeten zijn. Het trieste van Wolkers is niet dat hij de realiteit niet scherp zou zien, maar dat hij niet verder kijkt. Niet omhoog kan kijken. Naar de Bevrijder.
Het leven van de lezers van de boeken van Wolkers heeft aangetoond dat zijn werk niet echt bevrijdend is geweest. De kinderen van de babyboomers voelen zich ook niet echt vrij.
Ongeremde kunst c.q. literatuur kan bij tijden heel bevrijdend werken. In de tijd dat Wolkers zijn boeken begon te schrijven, zaten veel mensen echt vastgeroest in gereformeerde systemen en rituelen die alle geur en smaak verloren hadden. Wolkers begon te protesteren en te provoceren. Is dat vreemd? Ik kan daar best inkomen.
Maar nu? De seksuele taboes zijn doorbroken. Er valt voor jongeren op het terrein van de erotiek niets meer te provoceren. Hap maar. Alles moet kunnen. Wolkers wordt nu in het zonnetje gezet. Hij heeft zijn werk gedaan. En nog zijn we niet bevrijd. Moet ik hem bedanken?
De ongeremde literatuur, de vrije kunsten hebben ons geen barmhartigheid bewezen. Heel veel jongeren lijden aan de zinloosheid van het leven. Wat kregen ze van hun ouders, fans van Wolkers, mee? Het slavenfeest! Maar dat feestje van Wolkers is niet eindeloos vol te houden. Je wordt er eigenlijk alleen maar depri of op z’n minst chagrijnig van. Als je nog nadenkt tenminste over wat wij plechtig ”de zin van het leven” noemen. Is dit alles?
Kitsch
Vrije kunst kan geweldig fascineren en provoceren, maar bevrijdt niet echt van onze aangeboren slaafse banden. Met kunst en literatuur in het bijzonder is niets mis (Enny de Bruijn). En juist een christen moet inderdaad op zijn hoede zijn voor kitsch. Kitsch is niets. Of: was het maar niets.
Kitsch heeft de pretentie kunst te zijn, maar voldoet niet aan de absolute voorwaarde voor kunst: de overdracht van het echte gevoel, de taal van het hart. Zo kan een schilder op bestelling een kind met een traan op zijn doek zetten omdat mensen dat zo ontroerend vinden en omdat het zo goed betaalt. De schilder is dan als ondernemer geslaagd, maar als kunstenaar mislukt. Al lijkt het schilderij net echt. Hij was zelf helemaal niet zo ontroerd toen hij zijn product, zijn traan, vervaardigde. De schilder heeft gelogen. Hij verkoopt slechts emoties.
En daarvoor moet iedereen oppassen. De dominee voorop. Voordat hij het weet, is hij handelaar in emoties geworden. Op het moment dat levend geloof versteent tot een bevindelijke subcultuur, gaat het mis. Net zomin als ongeremde literatuur echt bevrijden kan, heeft een rationele, Schriftgebonden subcultuur het vermogen om te redden uit slaafse banden. Als het christelijk geloof wordt geformaliseerd en geritualiseerd, worden psalmen smartlappen en opwekkingsliederen schlagers. En die zijn absoluut niet te verkopen aan een weldenkende wereld. Alleen maar aan een publiek met een slechte smaak.
Gespeelde emoties van verdriet of vreugde zijn weerzinwekkend. Niet alleen voor Wolkers, maar ook voor mij. En niet alleen omdat zij een echte ontmoeting met ’de wereld’ blokkeren, maar vooral omdat ze de Geest bedroeven. Valse emoties en geritualiseerde godsdienst roepen niet alleen bij de wereld agressie en aversie op, maar ik denk ook bij God Zijn ongenoegen.
Valreep
Als christenen nu eens net zo authentiek waren in het geloof als niet-christenen in hun ongeloof, dan zou er veel gewonnen zijn.
Psalm 51 is van David. Is het poëzie? Ja. Kunst? Ja. De psalm voldoet aan de absolute voorwaarde voor kunst dat wat wij schrijven of verbeelden uitdrukking moet geven aan ons echte gevoel. De taal van ons hart. Aan dit criterium voldoet de schrijver: de man naar Gods hart. „Gij ziet naar waarheid in het binnenste!”
Wat Jan Wolkers ooit heeft geschreven, zou David kunnen onderschrijven. Maar het maakt wel verschil of je vlucht in de ongeremde levenslust c.q. de vrije kunst of dat je hoopt op vrije gunst. Wolkers dook onder in het feest van de zinloosheid en David nam de toevlucht tot God. Wie weet? Het kan voor Wolkers ook nog. Echt bevrijd worden. Het zou wel op de valreep zijn.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Driebergen.