Vasthouden aan Gods belofte
Titel: ”Volhardend vertrouwen. Op weg met oudtestamentische gelovigen”
Auteur: ds. A. van der Zwan, uitg. De Banier, Utrecht, 2007; ISBN 90 336 07077; 215 blz.; € 14,-;
”Door het geloof”, door ds. A. Schot
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2007
ISBN 978 90 331 20398
Pagina’s: 256
Prijs: € 18,50.Henoch, Noach, Abraham, Sara, Jakob, Jozef, Mozes - ze worden de geloofshelden genoemd. Maar zo heldhaftig waren deze mensen niet in zichzelf: hun volharding had alles te maken met het vasthouden aan de belofte van God.
De brief aan de Hebreeën, het woord zegt het al, is geschreven aan joden. Maar dan aan joden die christen zijn geworden. En het spreekt vanzelf dat deze mensen het niet gemakkelijk hadden. De heidenen zagen hen toch als joden, een vreemde sekte waarvoor ze weinig waardering konden opbrengen. En door hun volksgenoten, de joden, werden ze gewantrouwd omdat ze het geloof der vaderen hadden verloochend. Als kleine minderheden in een heidense omgeving moesten ze verdrukking en vervolging ondergaan. In deze strijd van het geloof dreigden ze het onderspit te delven. Vaak was er de verzoeking de strijd maar op te geven. Eigenlijk is deze hele brief één aansporing om vol te houden, om te volharden in het geloof.
De auteur wijst daarbij op het Oude Testament en op wat de gelovigen in die tijd hadden te doorstaan. En hij wijst vooral op Christus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Hebreeën 11 is een van de bekendste hoofdstukken uit de brief. Daarin worden enkele getuigen uit het Oude Testament tot voorbeeld gesteld: Henoch, Noach, Abraham, Sara, Jakob, Jozef, Mozes enzovoort, de zogenaamde geloofshelden. Maar zo heldhaftig waren deze mensen niet in zichzelf. Hun volharding had alles te maken met het vasthouden aan de belofte van God. Ook al was van de vervulling van die belofte nog niets te zien, ze mochten zich vastklemmen aan wat de Heere had beloofd. En daarmee zijn ze niet beschaamd uitgekomen.
Het elfde hoofdstuk van deze brief heeft al veel preekstof opgeleverd. Het is wel ”de galerij van de geloofshelden” genoemd. Het leven van de oudtestamentische gelovigen, of slechts een enkel moment daaruit, wordt gekenmerkt door het volharden in het steunen op de belofte van God. Actueel voor de geadresseerden, maar niet minder voor de christenen van nú, die vaak ook maar een minderheid vormen in een heidense omgeving.
Aan de reeks preken en overdenkingen die al bestaat, zijn er weer twee toegevoegd, en die vragen nu de aandacht. Allereerst dertien meditaties van ds. A. van der Zwan, christelijk gereformeerd predikant te Sliedrecht. Hij hield ze voor zijn gemeente als Bijbellezingen, maar werkte ze om tot Bijbelstudies. De andere bundel bevat zestien preken van ds. A. Schot, predikant van de gereformeerde gemeente in Nunspeet, die de stof in zondagse diensten behandelde en deze preken naderhand ook uitgaf.
Het is geen eenvoudige zaak twee soortgelijke boeken naast elkaar te leggen en ze met elkaar te vergelijken. Uiteraard komen dezelfde elementen in beide studies terug. Vooral op het terrein van de exegese slaan ze beide meestal op hetzelfde aambeeld.
Toch zijn er ook verschillen. Een voorbeeld. Reeds in de eerste overdenking werpt ds. Van der Zwan de vraag op, die trouwens al door Calvijn is gesteld, of Paulus wel de auteur van deze brief kan zijn. Hij komt tot de terechte conclusie dat het auteurschap van Paulus moet worden betwijfeld. Dat maakt voor de inhoud geen enkel verschil! Maar ds. Schot gaat er zonder meer van uit, en komt daar ook telkens op terug, dat Paulus de schrijver van deze brief is.
De meditaties hebben soms een andere invalshoek, en ook wel een andere spits. Als ik het een beetje ongenuanceerd mag zeggen: ds. Van der Zwan laat helderder de Schrift spreken, bij ds. Schot neemt de -overigens Bijbelse- bevinding een ruimere plaats in.
Dat laat onverlet dat beide bundels een goede, betrouwbare uitleg geven van het bekende hoofdstuk en dat beide ook het lezen en bestuderen waard zijn. Het boek van ds. Van der Zwan is min of meer berekend op bespreking en bestudering in kringverband, want aan iedere overdenking zijn enkele gespreksvragen toegevoegd.