Zonder creatieve destructie geen innovatie
Het regeerakkoord belooft ons mooie dingen als het gaat over innovatie. Het is een van de pijlers van het regeerakkoord en het woord komt maar liefst 38 keer voor in de tekst. Zo komt er extra aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs en moet de positie van het mkb versterkt worden. Het kabinet reserveert voor de komende vier jaar 1,775 miljard extra. Het zijn allemaal mooie intenties.
Iets minder mooi is dat er geen concrete plannen zijn om een paar zaken af te schaffen. Er wordt geen beleid stopgezet, terwijl het ministerie van Economische Zaken daar nu juist behoefte aan heeft. De vorige kabinetsperiode stapelde dat departement in z’n eentje een groot aantal beleidsnota’s op elkaar, vaak van concurrerende directoraten. Zo zagen we beleidsnota’s over innovatie, regionale ontwikkeling en sleutelgebieden die deels strijdig met elkaar waren. De regie van die verschillende nota’s werd weer ondergebracht bij verschillende agentschappen en directies op het departement.Mijn advies aan de minister is dan ook om ruimte te maken voor haar beleidsinnovatie door beleid af te schaffen en de eigen organisatie te vernieuwen. In de woorden van de Oostenrijkste econoom Schumpeter: „creatieve destructie.” Om iets nieuws te kunnen doen moet er eerst ruimte gemaakt worden.
Zo is Syntens, het overheidsbedrijf voor innovatieadvies aan het mkb, eigenlijk ingehaald door zijn eigen succes. De grote aandacht die in het mkb gegroeid is voor innovatie, betekent dat er inmiddels een gezonde markt voor innovatieconsultancy is. Syntens werkt grotendeels met overheidssubsidies en verstoort die markt. Tijd dus om te innoveren. Bijvoorbeeld door Syntens als bedrijf te verzelfstandigen of door het onder te brengen bij TNO als innovatieadviestak.
Ook wordt er op het ministerie nagedacht over een Nederlandse variant van het Finse technologieagentschap Tekes. Dat is logisch, omdat Tekes een internationaal succesverhaal is. Het knappe kunstje van Tekes: meer Finse mkb-bedrijven de exportmarkt op helpen zodat ze echt kunnen gaan groeien. Dat gebeurt via innovatieprogramma’s waarin Finse onderzoekers gekoppeld worden aan grote en klein bedrijven. Dat luistert heel nauw. „Innovation is a contact sport”, zeggen ze in de VS. De mensen van Tekes weten als geen ander wie ze met elkaar in contact moeten brengen en ze kunnen dat ongeveer zes keer zo snel als wij in Nederland, met grofweg een vier keer hoger budget en ongeveer vier keer minder mensen.
Het idee is dat de Nederlandse Tekes onderdeel wordt van de bestaande subsidieverdeler SenterNovem. Dat is een slecht idee: zoiets bijzonders als Tekes kan alleen ontstaan als het in een vrije ruimte kan ontstaan en niet dagelijks gehinderd wordt door het verleden. Veel beter is om de subsidietaken van SenterNovem onder te brengen bij het ministerie van Financiën en voor de rest van de medewerkers elders werk te zoeken.
De kans dat de minister daadwerkelijk ruimte gaat maken voor haar nieuwe beleid, schat ik laag. Het gaat om zeer ingrijpende, voor de betrokkenen zeer pijnlijke ingrepen, dus er zal veel weerstand zijn. Tegelijkertijd staat Schumpeters theorie 65 jaar na dato nog steeds kaarsrecht overeind. De innovatiekracht van Nederland versterken gaat niet zonder pijn. Het komt echter zeer zelden voor dat de politiek beleid afschaft en echt goed naar de uitvoering kijkt. Maar ik laat me heel erg graag verrassen door het nieuwe kabinet.
Frans Nauta, lector innovatie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)