Van Baal: NIOD-rapport deels tendentieus
Het NIOD zat fout met zijn conclusie dat er bij de landmachttop na de val van Srebrenica sprake was van ’onwil’ om de politieke leiding te informeren. Dat vindt oud-bevelhebber van de landmacht Van Baal, zo blijkt uit een brief die hij schreef aan zijn vroegere politieke baas, oud-minister De Grave.
Over de beschuldiging van onwil schrijft Van Baal: „Deze interpretatie van de onderzoeker is niet onderbouwd, tendentieus en zeer kwetsend. Het moet dus van tafel.” Van Baal hoopt dat de parlementaire enquête Srebrenica later dit jaar duidelijkheid zal brengen over het verwijt, „opdat na zeven jaren ’Karremans-gevoel’ de Koninklijke Landmacht niet belast mag worden met zeven jaren ’onwil’. Zo was het niet, zo hebben wij dat niet ervaren.”
Van Baal was ten tijde van de val van Srebrenica in 1995 plaatsvervangend bevelhebber van de landmacht. De brief die hij schreef aan De Grave, was bedoeld voor een boekje ter ere van het twintig-jarig jubileum van De Grave in de politiek.
Van Baal schrijft in de brief ook dat het maar de vraag is of de VVD-leiding De Grave in de dagen na verschijning van het NIOD-rapport erg behulpzaam is geweest met de stellingname ’niet aftreden, maar optreden’. „Dat daarbij openlijk werd uitgesproken dat een VVD-collega, zijnde de bevelhebber der landstrijdkrachten, moest worden geofferd, was voor de partijtip géén overwegend bezwaar. Het rapport hadden de dames en heren toen nog niet gelezen.”