Kerk & religie

Gezondigd

David had zo’n boetvaardigheid. Toen hij op bedekte wijze door de profeet was bestraft, heeft hij die zonde niet halsstarrig goedgekeurd en met God geworsteld. Hij heeft haar niet onder een dekmantel verschoond, maar hij heeft bitter uit zijn hart uitgeroepen: „Ik heb gezondigd”, en heeft daarna Psalm 51 gedicht.

21 May 2007 08:57Gewijzigd op 14 November 2020 04:47

Dat is een psalm, voorwaar, vol van rouw en weeklacht. De profeet beklaagt daarin zijn val en beweent zijn zonde. Hij bidt om een nieuw hart, een nieuwe geest, nieuwe gedachten, nieuwe genegenheden. Hier kunnen wij in David een inwendige droefenis opmerken. De Heere heeft zijn ogen geopend en zijn verstand verlicht, want hij zag nu wat hij tevoren niet zag.Dit is het voorbeeld van David, die nu ogen heeft om te zien. Hij ziet dat de mensen willen doorgaan met zondigen en zichzelf paaien dat ze wel zalig zullen worden zonder enige verandering of boetvaardigheid te gevoelen. Het zal hen ten laatste opbreken, want Christus’ woorden zullen waarachtig bevonden worden. Een ieder die zich niet bekeert, zal verdoemd worden. Waar bekering is, zijn ook de eigenschappen van bekering. Waar de eigenschappen van bekering ontbreken, is geen ware bekering.

Arthur Dent, predikant in Schotland (”De praktijk der Bekering”, 1648)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer