Dat heeft de commissie van beroep in predikantszaken van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) bepaald, zo meldde zij vrijdag in een persbericht.De commissie boog zich over wat is gaan heten de kwestie Kampen-Noord. Ze spreekt nu uit dat de kerkenraad van Kampen-Eudokia de bevoegdheid had om op 20 oktober 2006 het besluit tot afzetting van ds. Hoogendoorn te nemen. De commissie laat zich niet uit over de inhoud van het afzettingsbesluit, omdat dit volgens het persbericht „buiten haar bevoegdheid ligt.” „Wel is zij van oordeel dat het standpunt van ds. Hoogendoorn dat de Eudokiakerkenraad onwettig tot stand was gekomen en daarom niet bevoegd was tot afzetting over te gaan, geen stand kan houden en dient te worden afgewezen.”

Richting de kerkenraad van Kampen-Eudokia stelt de commissie dat deze „tot aan de afzetting van ds. Hoogendoorn”, op 20 oktober 2006, gehouden was hem in zijn onderhoud te voorzien en zijn traktement te betalen op de toegezegde wijze. „Deze verplichting gaat echter niet zo ver dat het volledige traktement van ds. Hoogendoorn tot aan die datum dient te worden voldaan.” De betaling wordt beperkt tot 75 procent.

„Met verrekening van het eerder door Eudokia aan ds. Hoogendoorn betaalde voorschot, resteert een nabetaling van ruim 20.000 euro”, aldus het persbericht. „Voor doorbetaling van het traktement na de datum van afzetting is geen rechtsgrond aanwezig. Bovendien dient ds. Hoogendoorn per 1 september 2007 de pastorie te hebben ontruimd.”

De uitspraak van de commissie heeft een bindend karakter, „eventueel beroep daartegen bij de generale synode schorst de werking van de uitspraak niet.”