Zorg voor geordende ruimte en goed klimaat
De ene mens beschouwt zijn dorp als zijn leefomgeving, de ander de hele wereld. Beiden hebben gelijk. Minister Cramer van VROM gaat over beide soorten leefomgeving: over de ruimtelijke ordening van al die stukjes Nederland en over de gezondheid van onze hele planeet. Met geen van tweeën gaat het goed.
Om met het tastbaarste te beginnen: ons land ’verrommelt’. De hoofdoorzaak is een woekering van bedrijventerreinen. De toename hiervan, meestal ten koste van open groene ruimte, gaat veel harder dan de economische groei rechtvaardigt. Gemeenten zijn verwikkeld in een wedloop om zo veel mogelijk bedrijven te lokken en bieden daarom spotgoedkope grond aan. Bestaande bedrijventerreinen lopen leeg en verpauperen. Wij vinden dat de overheden zich moeten inspannen om de bestaande terreinen zo goed mogelijk te benutten. In veel provincies is het aanbod nu al groter dan de toekomstige ruimtevraag. Daarom raden wij de minister een moratorium op nieuwe terreinen aan. Gedurende die adempauze kunnen de verantwoordelijke provincies per regio vaststellen welke terreinen nog mogen groeien, welke aan een opknapbeurt toe zijn en waar eventueel nieuwe mogen komen. Nieuwe bedrijventerreinen die al in bestemmingsplannen staan, mogen er alleen echt komen als er aantoonbaar geen geschikte ruimte meer is op de bestaande terreinen.Het opknappen van verouderde terreinen verloopt thans moeizaam. We adviseren de minister om samen met IPO (provincies), VNG (gemeenten) en EZ-collega Van der Hoeven een groot samenwerkingsprogramma op poten te zetten, zodat over tien jaar alle verloederde terreinen weer bruikbaar zijn. Het gaat hier om een kleine 30.000 ha, een oppervlakte zo groot als Texel, Vlieland en Terschelling samen.
De verrommeling van Nederland gebeurt onder onze ogen en als we willen, kunnen we er makkelijk zelf iets aan doen. De opwarming van het wereldwijde klimaat was lange tijd minder zichtbaar, maar men moet wel ziende blind zijn om het nog te loochenen: de verandering is echt begonnen. Het is onze verantwoordelijkheid om de eerste schreden naar een oplossing te zetten.
Het is niet gemakkelijk, maar het kan. Vier milieuorganisaties hebben daarom samen met de vakbeweging een plan opgesteld, Green4sure, dat laat zien hoe Nederland, als EU-lid, op een economisch verstandige manier zijn uitstoot van broeikasgassen per 2020 met 30 procent kan verminderen. Uit doorrekening van het plan blijkt dat niet alleen het klimaat, maar ook welvaart en werkgelegenheid profiteren van Green4sure. Kortom: ons groene energieplan reikt het kabinet gereedschappen aan om zijn eigen doelstellingen te bereiken.
Maar zijn klimaatdoelstelling dreigt in één klap onhaalbaar te worden doordat elektriciteitsbedrijven serieuze plannen hebben om twee kolencentrales te bouwen. Eén zo’n centrale stoot jaarlijks evenveel kooldioxide uit als 2 miljoen auto’s. Het is daarom noodzakelijk dat die nieuwe centrales klimaatvriendelijker worden. Met verschillende technieken kunnen de exploitanten de uitstoot beperken tot het niveau van moderne gasgestookte centrales. Om hen daartoe te motiveren, komt er wat ons betreft een zware heffing op elke ton kooldioxide die boven die ’gasnorm’ uitgaat. Noorwegen hanteert zo’n systeem al, dus het kan.
Begin juni rolt het groene energieplan Green4sure van de persen. Minister, u bent de eerste met wie we het delen.
opinie voetnoot (u490(Mirjam de Rijk, directeur Stichting Natuur en Milieu