Contrast van groen en grauwheid
DRIEBERGEN - Frisgroen loof van talloze bomen trekt aan de ene kant van de Hoofdstraat bij station Driebergen-Zeist de aandacht. Het bakstenen stationsgebouw met drie grauwe perrons aan de andere kant maakt daarbij een armetierige indruk. Dat contrast moet verminderen, vinden de provincie en andere betrokkenen.
„Wat een puinhoop”, verzuchten twee vroege twintigers tegen elkaar. De kleine, wat bedompte stationshal van station Driebergen-Zeist is alleen te bereiken via loopplanken over opgebroken straten. Deze kleine -noodzakelijke- opknapoperatie die in juni afgerond moet zijn, is echter niets vergeleken bij het project dat in 2011 zal starten. De hele stationsomgeving wordt dan aangepakt: van overwegen tot parkeerplaatsen, van stationshal tot voorplein.Een van de parkeerterreinen bij het station staat overvol met ordeloos geparkeerde auto’s. „Parkeren is een gigantisch probleem hier”, weet projectleider Bas Kranenborg. „Om 9 uur ’s morgens zijn alle plekken al bezet.”
De rommelige aanblik van het terrein en het grauwe, weinig verrassende stationsgebouw staan in schril contrast met het chique groen van de nabijgelegen Stichtse Lustwarande. Dat moet anders, vindt Kranenborg, al zal er natuurlijk altijd verschil zijn tussen het relatief dichtbebouwde stationsgebied en de weidse landgoederen.
Het is bijvoorbeeld de bedoeling iets met water te doen in het stationsgebied. Kranenborg wijst op een kleine waterstroom die parallel loopt aan het spoor, op een steenworp afstand van het station. Struiken zijn als een soort overkapping over het water gegroeid.
„Dit is de Rijnwijkse wetering”, zegt Kranenborg. De bedrijven en kantoren langs het spoor belemmeren vanaf het perron elk zicht op dit restje natuur. „Door minder bebouwing of door bebouwing te concentreren kunnen er doorkijkjes ontstaan. Dan zien reizigers de wetering weer stromen.”
Bedrijven die niets in het stationsgebied te zoeken hebben, lopen volgens Kranenborg risico weg te moeten. Bijvoorbeeld de Hyundaidealer pal naast het spoor of het productiebedrijf aan de overzijde. Zij zorgen voor te veel vracht- en ander verkeer, aldus de projectleider. Kantoren mogen wel blijven, want werknemers kunnen dan makkelijk met de trein komen, aldus de projectmanager.
Voor de in totaal veertig à vijftig woningen in het plangebied is de toekomst nog onzeker. „We zijn er niet op uit die per se te slopen. Maar we kunnen niets garanderen, nu is besloten dat de bebouwing in het gebied moet worden teruggedrongen.”