IJsfabriek trotseert opkomst van vrieskist
SCHEVENINGEN - Jac. den Dulk geniet vooral bekendheid als haringverwerker en -handelaar. De historische ijsfabriek van dit bedrijf trotseerde echter de opkomst van vrieskisten, ijsmachines en koelwagens. De afzet daalde weliswaar in de loop der jaren, maar Den Dulk is jaarlijks nog altijd goed voor 4000 ton ijs. Voor het koel houden van een biertje of het aanleggen van een perfecte ijsvloer.
IJs is niet meer dan water en energie, betoogt Nico de Jong. De directeur van Jac. den Dulk & Zonen kan het weten, zijn bedrijf produceert al sinds 1916 ijs. Toch doen de twee machines op de bovenverdieping van het pand een ingewikkeld procedé vermoeden.Een motor drijft twee machines aan die koude ammoniak aan de buitenkant langs de cilinderwand laten lopen. Aan de binnenzijde ontstaat een ijsafzetting. Messen draaien met de regelmaat van de klok rond in de cilinder en schrapen het ijs van de wanden. Zeven dagen per week, 24 uur per dag. Het ijs valt naar beneden, in de opslagsilo op een lagere verdieping. Op de begane grond kan het bevroren water naar keuze in zakken of kisten worden gestort.
De ijsfabriek van Jac. den Dulk stamt uit 1916, maar het bedrijf kan bogen op een langere historie. In 1871 start Jacob den Dulk zijn eigen bedrijf, een haringhandel. Niet veel later voegt hij daar een eigen vloot aan toe. Tot midden jaren zeventig: op dat moment besluit de directie de schepen af te stoten omdat de Noordzee voor enkele jaren op slot gaat voor verschillende visserijvormen. De handel en de verwerking van haring blijven over en vormen nog steeds de belangrijkste activiteit. Sinds 1996 mag het Scheveningse bedrijf zich hofleverancier noemen.
De ijsfabriek kent zijn eigen geschiedenis. In de beginjaren vormen vissers een belangrijke afzetgroep. „Vroeger werd veel gezouten, maar door de komst van ijs kon vis bijna vers worden bewaard. Schepen konden bovendien verder uitvaren, omdat het ijs ervoor zorgde dat de vis goed bleef.” Gedurende de eerste decennia is het op maandag altijd topdrukte in de Scheveningse haven, waar sommige vissers een slordige 20 ton inschepen.
Vanaf het begin weten echter ook bierbrouwers, slagers en cafés de weg naar Den Dulk te vinden. „In een T-Ford met een gesloten bak brachten ze alle bestellingen rond.” De afnemers konden kiezen uit twee vormen ijs: in palen of gemalen, het zogeheten scherfijs.
In de jaren zestig neemt de vraag zo sterk toe dat er vier verschillende fabrieken in Scheveningen staan. De komst van de mechanische koeling betekent echter het einde van deze groei. Schepen krijgen een gekoeld ruim en ijs maken doen de vissers ook aan boord. De fabrieken verdwijnen weer, alleen Jac. den Dulk blijft over. „We voorzagen een weinig rooskleurige toekomst. Het aantal vissersschepen daalde en de grote kotters hadden ons niet nodig. Cafés en slagers evenmin.”
Hoewel de afzet daalt, houdt Den Dulk wel het hoofd boven water. „Op een gegeven moment kwam er vraag vanuit de conservenindustrie. Ze wilden bijvoorbeeld de doperwtjes koelen om te voorkomen dat ze verschrompeld in het potje zouden komen.” Bijzondere projecten zijn er ook. „We assisteren steden bij de aanleg van ijsbanen in de binnenstad. Wanneer er ijs wordt toegevoegd, kost het de compressoren minder energie om een ijsvloer te maken.”
Toch daalt de productie: van 8400 ton in 1982 naar 4000 ton in 1997. Het aantal machines halveert van vier in de jaren zestig tot twee nu. „De laatste decennia blijft de afzet vrijwel stabiel rond de 3500 tot 4000 ton.” De Jong -aan het roer sinds 1988- durfde het recent zelfs aan om te investeren in twee cilinders met een capaciteit van 40 ton per dag. „Ik verwacht dat de komende vijf jaar de vraag blijft.”
De klantenkring van Den Dulk bestaat nu vooral uit bakkerijen, slachterijen, visdetaillisten en groenteverwerkers. Voor een zak met 25 kilo betaalt een klant tussen de 2,50 en 5,00 euro, afhankelijk van contractvormen en hoeveelheden.
„We verkopen niet alleen maar ijs, maar ook capaciteit”, vult De Jong aan. „Chemische fabrieken hebben in de zomer regelmatig moeite om de temperatuur van het koelwater laag genoeg te houden. Zij kloppen nog wel eens bij ons aan.” In de vier zomermaanden boekt Den Dulk 60 procent van de jaaromzet.
Ook particulieren weten het bedrijf aan de Scheveningse kade te vinden. Regelmatig vertrekken ze met een paar zakjes achter in de auto naar huis om bijvoorbeeld bier te koelen. „IJs zorgt voor een directie koeling, daar kan een koelkast niet tegenop. Met twee, drie zakken kom je de hele avond wel door.”