Ministers: Geen machtsstrijd rond terreurbestrijding
DEN HAAG (ANP) - Tussen de diverse overheidsdiensten en ministers die zich in Nederland met de bestrijding van terrorisme bezighouden, is geen sprake van een competentiestrijd.
Dat stelden de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Ter Horst (Binnenlandse Zaken) vrijdag na afloop van de wekelijkse ministerraad.Als de diensten elkaar wel zouden tegenwerken, „zouden we dat geen dag accepteren”, zei Hirsch Ballin. Hij reageerde daarmee op berichten dat de inlichtingendiensten AIVD en MIVD en het openbaar ministerie enerzijds en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) anderzijds verwikkeld zijn in een machtsstrijd over de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is.
Aanleiding voor de kwestie is een rapport waarin de NCTb is geëvalueerd. De belangrijkste bevindingen uit het stuk, dat al in januari klaar was, kwamen woensdagavond naar buiten via het tv-programma ”Nova”. Volgens de rubriek staat erin dat de NCTb onder verantwoordelijkheid van één minister moet komen en dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst meer informatie aan de NCTb moet verstrekken.
De Tweede Kamer drong er vervolgens op aan dat het rapport zo snel mogelijk openbaar wordt gemaakt. Dat gaat volgende week gebeuren, aldus de ministers. Volgens Hirsch Ballin was dat ook al de bedoeling. In de begeleidende brief aan de Kamer zullen de bewindslieden aankondigen dat ze binnenkort nog wel precies op een rij zetten wie wat moet doen als het gaat om terrorismebestrijding.
Volgens Ter Horst is dat nodig nu in het regeerakkoord de rol van de minister van Justitie op dit gebied is aangescherpt. Daarin staat dat de primaire verantwoordelijkheid bij de justitieminister ligt en dat die ook een beslissende stem (doorzettingsmacht) heeft. Hirsch Ballin benadrukte echter dat hij het niet alleen kan. Het is volgens hem ook nodig dat er verschil is in verantwoordelijkheden bij de terreurbestrijding.
De minister wees er verder op dat de AIVD en de NCTb een protocol hebben getekend waarin ze afspraken hebben gemaakt over samenwerking bij de uitwisseling van informatie.