Twijfels over voorzitterschap Servië bij Raad van Europa
STRAATSBURG - Servië heeft vrijdag het voorzitterschap van de Raad van Europa overgenomen, maar velen twijfelen of het land wel geschikt is om aan het hoofd te staan van de Europese waakhond voor de mensenrechten, zeker nu de ultranationalist Tomislav Nikolic is verkozen tot voorzitter van het Servische parlement.
De 46 landen die zitting hebben in de raad geven in alfabetische volgorde de voorzittershamer door. Zes maanden geleden nog was Rusland aan de beurt, een land dat het ook niet al te nauw neemt met de naleving van de mensenrechten. Ook het Russische voorzitterschap leidde destijds tot kritiek.Nikolic, een bewonderaar van de vorig jaar overleden oud-president Slobodan Milosevic, werd dinsdag gekozen tot voorzitter van het parlement in Belgrado. Hij is lid van de Servische Radicale Partij, die wordt geleid door de van oorlogsmisdaden verdachte Vojislav Seselj. Seselj wacht in de gevangenis in Scheveningen zijn berechting door het Joegoslaviëtribunaal af.
„De verkiezing van Nikolic belemmert Servië in zijn vermogen zijn taak uit te voeren”, zegt René van der Linden, de voorzitter van de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa. Geen enkel land heeft overigens officieel bezwaar gemaakt tegen het voorzitterschap van Belgrado.
Volgens Eurocommissaris voor Uitbreiding Olli Rehn vormt de ultranationalist Nikolic een gevaar voor Servië en voert diens retoriek het land twintig jaar terug in de tijd. Nikolic’ verkiezing tot de nummer twee van zijn land gaf Rehn naar eigen zeggen het idee in „een zeer surrealistische, maar ook gevaarlijke tijdmachine” te zijn gestapt. Hij vindt ook dat de benoeming van Nikolic een klap in het gezicht is van de Servische kiezers, die de democratisch gezinde partijen hun steun gaven bij de verkiezingen in januari.
Servië bevindt zich sinds de verkiezingen in een politieke impasse, omdat de partijen er niet in slagen een regering te vormen. President Boris Tadic heeft een alliantie van conservatieven en nationalisten tot vrijdag de tijd gegeven om een uitweg te zoeken, anders volgen nieuwe verkiezingen.
„Het helpt niet dat zo lang na de verkiezingen er nog steeds geen nieuwe regering is. We hadden gehoopt dat dit nu zou zijn opgelost”, aldus woordvoerder voor de Raad van Europa Matjaz Gruden.
Mensenrechtenorganisaties menen dat het Servische voorzitterschap de geloofwaardigheid van de raad aantast. Drie maanden geleden werd Belgrado schuldig bevonden aan het schenden van de VN-conventie tegen genocide omdat het land de van oorlogsmisdaden verdachte Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic nog altijd niet heeft uitgeleverd aan het Joegoslaviëtribunaal.
Volgens het in New York gevestigde Human Rights Watch mag op dit cruciale moment niet worden voorbijgegaan aan het feit dat Servië zijn plicht verzaakt. De organisatie schreef dat vorige week ook in een brief aan de Raad van Europa.
De scheidende Servische minister van Buitenlandse Zaken, Vuk Draskovic, die Servië vrijdag vertegenwoordigt als het voorzitterschap met een ceremonie in Straatsburg officieel wordt overgedragen, heeft herhaaldelijk gezegd dat zijn land Mladic en andere voortvluchtige oorlogsmisdadigers moet uitleveren aan het tribunaal. Hij verzet zich echter ook tegen de onafhankelijkheid van Kosovo en waarschuwt dat het opsplitsen van Servië kan leiden tot meer antiwesterse sentimenten.