Fortuynagenda na vijf jaar nog springlevend
DEN HAAG - De LPF is „op sterven na dood”, Leefbaar Rotterdam „boven verwachting vitaal” en van de denkbeelden van Fortuyn is „toch wel erg veel” overeind gebleven.
Zo typeert prof. dr. M. P. C. M. van Schendelen van de Erasmus Universiteit Rotterdam de politieke erfenis van Fortuyn.Zondag is het vijf jaar geleden dat de flamboyante politicus in Hilversum werd vermoord. Zijn aanhangers organiseren dan een herdenkingsbijeenkomst in Rotterdam, destijds Fortuyns woonplaats. Politicoloog Van Schendelen -overigens geen lid van de LPF of een andere politieke partij- spreekt daar als informateur van het Rotterdamse college in 2002 over ”de actualiteit van Fortuyn”.
Fortuyn slaagde er in 2002 in om onderwerpen die voorheen onbespreekbaar waren, prominent op de politieke agenda te zetten, stelt Van Schendelen. „Denk aan veiligheid, immigratie en integratie en de menselijke maat in zorg en stedenbouw.”
De politiek werkt daarnaast steeds vaker met concrete doelen en deadlines, zoals Fortuyn bepleitte. Hij introduceerde, door zichzelf in het middelpunt te plaatsen, een nieuwe vorm van campagne voeren. „Die vindt nog steeds weerklank. Kijk maar naar de manier waarop Verdonk zich regelmatig presenteerde.”
Leefbaar Rotterdam, de lokale partij van Fortuyn, heeft zich verrassend goed overeind weten te houden, vervolgt Van Schendelen. De partij behaalde in 2002 onder leiding van Fortuyn zeventien raadszetels en wist bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar veertien van die zetels te behouden.
Daarentegen loopt de landelijke partij van Fortuyn, de LPF, op haar laatste benen. De partij sluit zaterdag haar Haagse partijkantoor. Het verschil tussen Leefbaar Rotterdam en de LPF is dat Fortuyn op de eerste partij nog duidelijk zijn stempel heeft kunnen drukken, zegt Van Schendelen. Door zijn dood kon hij in de LPF geen prominente rol meer spelen.
De LPF duikelde van 26 zetels in 2002 naar 8 in 2003 en naar nul vorig jaar. Tot 29 mei telt de partij nog één Senator. „Het is een wonder dat we het zo lang hebben volgehouden”, zegt partijsecretaris J. van der Vorm-de Rijke. „Politiek is voor een deel symboliek en als het symbool wegvalt, blijft er van de partij vaak weinig over.” De LPF heeft het moment om te stoppen zo lang mogelijk uitgesteld. „Uiteindelijk ervaar ik stoppen als een premie op politieke moord.”
LPF-voorman M. Herben -hij volgde Fortuyn op als politiek leider en was tussen 2002 tot 2006 driemaal fractievoorzitter- kijkt ondanks de mislukking van zijn partij toch met een goed gevoel terug op de afgelopen vijf jaar. „Ik wilde Fortuyn het aanzien geven dat hij verdiende. Dat is gelukt. Vriend en vijand zijn het erover eens dat hij destijds is gedemoniseerd. Hij wordt nu weer gerespecteerd. Fortuyn leeft voort in zijn ideeën.”
Herben wijt het echec van zijn partij deels aan zichzelf. „Ik had in augustus 2002 nooit moeten terugtreden als fractievoorzitter. Mijn taak zat erop, dacht ik toen, maar de partij kwam terecht in een crisis.” Zijn grootste teleurstelling is echter dat de Haagse politiek vijf jaar na de moord op Fortuyn weer is teruggevallen in het oude links-rechtsdenken. „Fortuyn dacht oplossingsgericht. Dat zie ik niet meer terug. De 26 zetels van de LPF zijn keurig verdeeld tussen Wilders en de SP.”
Van Schendelen is het niet met die analyse eens. „De oude scheidslijn tussen links en rechts geldt niet meer. Kijk maar naar het stemgedrag in de Kamer: ChristenUnie en SP stemmen bijvoorbeeld hetzelfde over Europa.”
De politieke agenda van Fortuyn is nog springlevend, beaamt zowel Van Schendelen als Herben. „Zijn ideeën over bijvoorbeeld veiligheid en inburgering zijn overgenomen door CDA en PvdA, maar ook door de SP”, stelt de hoogleraar politicologie. „Een schoolvoorbeeld is het generaal pardon voor asielzoekers, waarvoor het kabinet nu een wetsvoorstel voorbereidt. Fortuyn kwam in 2002 met dat idee, tot grote verbazing van de bestaande politieke partijen. Helaas zijn de meeste mensen dat vergeten.”
Een herstart van de LPF „zit er niet meer in”, meent Herben. „Het momentum is weg.” Een duidelijke opvolger voor de politieke beweging van Fortuyn is er niet, menen Herben en Van Schendelen. Ook Wilders komt daarvoor niet in aanmerking. „Fortuyn had een brede agenda”, stelt de politicoloog. „Wilders maakt zich dik voor een dunne agenda.”
Wat zou er zijn gebeurd als Fortuyn was blijven leven? Van Schendelen: „Hij kon heel goed dingen op de agenda zetten, maar een stabiel politiek bestuurder zou hij niet geworden zijn. Het zou ook zomaar kunnen dat hij vandaag de dag heel andere oplossingen zou ventileren dan hij vijf jaar terug deed. Fortuyn was een grillig mens.”