Olmert
Slechts 3 van de 29 leden van de Kadimafractie in de Knesset willen premier Ehud Olmert kwijt. Avigdor Itzhaki, fractieleider en partijvoorzitter, pakt echter zijn biezen. Want de Israëlische minister-president denkt niet aan opstappen. Opiniepeilingen geven aan dat meer dan 70 procent van de Israëli’s geen fiducie meer heeft in hem. Moet hij weg?
Olmert is telkens in opspraak. De Knesset bespreekt vandaag het maandag gepubliceerde, vernietigende rapport van de commissie-Winograd over de oorlog tegen Hezbollah in 2006. Dat document is slechts de druppel die de emmer doet overlopen. Eind vorig jaar zei Olmert al voor de Duitse televisie dat Israël atoombommen heeft. Ook die simpele eerlijkheid leidde tot ophef en een eis tot aftreden.In januari kondigde de openbaar aanklager bovendien een strafrechtelijk onderzoek aan tegen Olmert. Hij zou in 2005 als minister van Financiën het staatsbelang in de Leumi Bank hebben willen verkopen aan twee bevriende zakenlieden. Dat ging niet door. Als de aanklager de premier desondanks in staat van beschuldiging stelt, zou deze op grond van jurisprudentie uit het verleden zijn kabinetsfunctie moeten neerleggen.
De premier verzette zich dinsdag via een tv-toespraak tegen het Winogradrapport. Hij benadrukte niet als enige fouten te hebben gemaakt. Dat is waar. De commissie wijst op het falen van tal van politieke en militaire leiders. Alle verantwoordelijke militairen en premiers na het terugtrekken uit Libanon in 2000 komen ter sprake. Reden genoeg voor Olmert om over de gemaakte fouten steeds in meervoud te spreken.
Moet Olmert opstappen? Allereerst is van belang dat Kadima een koekje van eigen deeg krijgt. De partij kwam eind 2005 op een onstuimige en weinig doordachte manier tot stand. Toen Sharon Likud verliet en startte met Kadima was er geen uitgewerkt programma. Valt er dan van een premier die -door Sharons coma- ineens voor z’n taak staat te verwachten dat hij direct duidelijk beleid neerzet?
Er is een tweede aspect. Olmert heeft een goede staat van dienst. Hij was soldaat. In 1973 kwam hij als 28-jarige in het parlement. Hij wist zich zeven keer herkozen. Vanaf 1988 was hij minister voor Minderheden. Later minister van Volksgezondheid. Tussen 1993 en 2003 was hij burgemeester van Jeruzalem. Dat deed hij niet slecht. Maar als de ’machine’ van de media en de publieke opinie zich eenmaal richt op iemands gebreken, is dat onstuitbaar.
Een derde kwestie. Er heerst algemene ontevredenheid in Israël. Jonge mensen zijn de eindeloze oorlogsdreiging moe. Dat zoekt een uitlaatklep. Het Winogradrapport laakt het optreden van minister van Defensie Amir Peretz en van de voormalige chef-staf van het leger Dan Halutz. Maar Olmert, het verantwoordelijke aanspreekpunt, krijgt de rol van zondebok.
De vraag is of een opvolger van Olmert het beter zal doen. De oppositie maakt zich sterk. Benjamin Netanyahu kondigde aan vanavond in Tel Aviv te participeren in een demonstratie tegen Olmert. Maar Bibi deed het destijds ook niet zo best. Zijn plotseling aftreden als minister in augustus 2005 bracht de pers ertoe hem te beschuldigen van politieke eerzucht.
Ondertussen kijkt en luistert de hele wereld mee. Er is niet eenvoudig sprake van wat binnenlands, democratisch gesteggel. Olmert voerde tal van gesprekken met ’grote’ politici en toont zich redelijk bereidwillig om te werken aan een oplossing voor conflicten in de regio. Hoewel hij dat weinig concreet weet te maken. Tegenstanders van Israël in de regio zullen garen spinnen bij zijn val.
Er gaat een vraag vooraf aan die of Olmert weg moet. Hoe lang houdt zo’n minister-president het uit tegen de ’machine’ van de media en de publieke opinie?