Maror-gelden voor voortbestaan Joodse gemeenschap
De verdeling van de zogeheten collectieve Maror-gelden moet gericht zijn op het voortbestaan van de Joodse gemeenschap in Nederland. Religieuze projecten verdienen daarbij de meeste steun, gevolgd door activiteiten in zorg en onderwijs.
Dat adviseert de commissie die zich heeft gebogen over de 47,3 miljoen euro die beschikbaar is voor de Nederlands-Joodse gemeenschap. Dat bedrag maakt deel uit van de in totaal 346,7 miljoen euro die overheid, verzekeraars en effectenhandel beschikbaar hebben gesteld als restitutie van tijdens de oorlog geroofde joodse bezittingen. Het Bureau Maror-gelden is in het leven geroepen om deze Joodse tegoeden te verdelen.
De stuurgroep stelt voor om de collectieve Maror-gelden in een periode van twintig jaar op te maken.