Cultuur & boeken

Zingend ten strijde

Marcheren en marsliederen zingen hoorden voor de leden van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) bij elkaar. Ze zongen dan ook heel wat af. Onlangs verscheen het boek ”Zo zong de NSB”, met daarbij een cd met een representatieve selectie uit de Duitse en de Nederlandse nationaalsocialistische liederenschat. Ook verscheen de interviewbundel ”Een leven lang gezwegen” met tientallen interviews met NSB’ers.

Sandor van Leeuwen
2 May 2007 13:19Gewijzigd op 14 November 2020 04:44
NSB’er Sommer en Liselotte Sommer Struck in maart 1941, tijdens het laatste verlof van de Nederlandse militair in Duitse dienst. In het midden dochter Heinke. Foto uit ”Een leven lang gezwegen”
NSB’er Sommer en Liselotte Sommer Struck in maart 1941, tijdens het laatste verlof van de Nederlandse militair in Duitse dienst. In het midden dochter Heinke. Foto uit ”Een leven lang gezwegen”

Meer dan andere partijen en ideologieën bedienden de nationaalsocialisten zich van muziek. „Liederen met vaste clichés, simpele leuzen en opzwepende melodieën brachten de politieke boodschap op rake wijze aan de man”, zo typeert onderzoeksjournalist en schrijver Gerard Groeneveld de liedcultuur van de nazi’s.Vooral de Duitse nazi’s wisten in nauwelijks twintig jaar een ongekend repertoire aan liederen te ontwikkelen. Groeneveld schetst de ontwikkeling en de inhoud van deze liederen in vier uitgebreide hoofdstukken die voorafgaan aan het eigenlijke onderwerp van het boek. Waren het aanvankelijk vooral strijdliederen als ”Sturm, Sturm, Sturm”, later volgden wat gematigder liederen die geschikt waren om door een groter aantal mensen te worden gezongen. De Duitse vlag speelde in die liederen vaak een bijzondere rol, zoals in het lied ”Unsere Fahne flattert uns voran”. Dat lied werd een megahit, vooral doordat de hoofdpersoon uit de jongensfilm ”Hitlerjunge Quex” die regel fluisterde voordat hij zijn laatste adem uitblies.

Een nog groter succes was het ”Horst Wessellied”, vernoemd naar de Duitse nazi Wessel. De domineeszoon slaagde bepaald niet in zijn leven en zocht zijn heil bij de partij van Hitler. Daar dichtte hij de beroemde regels ”Die Fahne hoch! Die Reihen dicht geschlossen! SA marchiert mit ruhig festem Schritt”. Het lied werd, zo schrijft Groeneveld, uiteindelijk „geadopteerd als dé hymne van de beweging.” Wessel maakte dat overigens niet mee, omdat hij in 1930 door communisten werd vermoord.

Ook tijdens de oorlog bedienden de nazi’s zich van liederen. Reichsminister Joseph Goebbels zag zelfs persoonlijk toe op de liederen die geschreven werden ter begeleiding van onder meer de Duitse inval in Rusland. De moedige toon van de soldatenliederen zou in de loop van de oorlog steeds verder verstommen. Toch klonk zelfs op 9 mei 1945 -de dag van de Duitse overgave- het ”Deutschlandlied” nog uit de Duitse radio’s. „Nooit klonk het treuriger.”

Semireligieus
De Nederlandse nazi’s moesten het met minder doen dan hun Duitse geestverwanten. Niet alleen in aantal liederen was het bij de NSB kariger gesteld, ook wat de kwaliteit betreft. Klinken veel van de Duitse liederen als een klok, de NSB-hits doen soms wat meewarig aan, een enkele uitzondering daar gelaten.

De NSB presenteerde zich graag als vaderlandslievend. Tot het eind van de oorlog toe werd iedere bijeenkomst van de beweging afgesloten met het zingen van het Wilhelmus, inclusief het zesde couplet. Of iedere ”zwarte soldaat”, zoals de mannen van de Weerbaarheidsafdeling graag werden genoemd, dat even graag deed, is de vraag. Het thema van de liederen kent weinig variatie: vaderlandse plichten en onverschrokkenheid domineren het repertoire. Klinkende trompetten en heldere trommels begeleiden standaard de zwarte liederen. Een van de opvallendste liederen is het redelijk bekende ”WA marcheert”.

Daar dreunen trommels door de straten!

Daar stampen laarzen op het plein.

Daar klinkt een marslied van soldaten;

Wat zouden dat voor strijders zijn?

En vrolijk klinkt het wijd en zijd:

Wij brengen u den nieuwen tijd!

Gij Dietsche gouwen, reikt elkaar de hand.

WA marcheert, WA marcheert

Voor Volk en Vaderland!

Zo gedreven en oppervlakkig als het lijflied van de Weerbaarheidsafdeling klonk, zo gedragen-indrukwekkend, maar uiterst verwerpelijk is het begrafenislied ”Laatste groet”. Groeneveld: „De laatste woorden van de tweede strofe waren haast religieus: de dode WA-man wiens bloed ons volk weer vrijmaakte, net als Christus de mensheid met zijn offer verloste.” Groeneveld waagt zich hier op theologisch glad ijs, maar inderdaad doet het lied semireligieus aan.

Groenveld weet in het boek een gedegen overzicht te geven van de NSB-liedcultuur. Treffend brengt hij de verschillende liederen en de totstandkoming ervan in kaart. Hij weet helder en pakkend weer te geven welke plaats lied en zang innamen binnen de NSB. Met name zijn weergave van de zangcultuur in nazi-Duitsland is goed beschreven. Dat heeft waarschijnlijk mede te maken met het feit dat er op dat terrein al veel onderzoek is verricht.

Tegelijkertijd roept het boek een aantal vragen op. Zo wordt niet helemaal duidelijk of de NSB-liederen eenzelfde ontwikkeling doormaakten als de Duitse liederen. Het zou nuttig zijn geweest als de schrijver daaraan expliciet aandacht had gegeven. Ook het technische aspect van de muziek blijft wat onderbelicht; het boek focust vooral op de tekst en de inhoud.

Het aardige van het boek is dat het niet alleen bij lezen hoeft te blijven. Achter in het boek is een cd bevestigd met een aantal liederen. Het Amsterdamse WA-koor klinkt na zo’n zeventig jaar wat krakend - de opnametechniek was bepaald nog niet ver ontwikkeld. De cd geeft een extra dimensie aan het boek, al is het een twijfelachtige, gelet op de nazi-ideologie en de afloop van de oorlog.

Hier en daar ontsieren slordigheden het boek. Zo wordt beweerd dat de broer van NSB-leider Mussert sneuvelde. In werkelijkheid werd luitenant-kolonel J. A. Mussert doodgeschoten door een Nederlandse officier.

Iets anders is de inhoudsopgave van de cd, waarin het lied ”Laatste groet” niet is opgenomen, terwijl het rouwlied wel op de cd staat. Door de slappe kaft komt de cd overigens zo nu en dan in gevaar. In de inhoudsopgave van de cd ontbreekt verder een verwijzing naar de pagina’s waar de teksten van de liederen staan. Dat zou veel gezoek kunnen voorkomen. Door het gekraak, dat de leeftijd van de opname met zich mee brengt, is namelijk niet alles goed te verstaan. En meelezen in het boek is dan handig. Ook kloppen de teksten in het boek niet altijd met wat er in werkelijkheid werd gezongen.

Bouviers
Veel van de liederen zijn gezongen door de mensen die Alie Noorlag interviewde. De communicatiewetenschapper aan de Rijksuniversiteit Groningen sprak met meer dan 120 mensen en stelde het boek ”Een leven lang gezwegen” samen. Ze beschrijft aan de hand van verschillende gespreksfragmenten eerst de NSB als beweging, daarna de oorlogsjaren en dolle dinsdag, gevolgd door de nasleep.

Een bijzonder hoofdstuk is de levensgeschiedenis van Jacob Albert Postma. Deze NSB’er sprak in 1981 zijn hele levensverhaal in op 25 cassettebandjes. Het verhaal is aangrijpend. In de eerste plaats door de naïviteit waarmee Postma de NSB naliep, maar ook door de dramatische internering die Postma, zoals zo veel NSB’ers, na de oorlog onderging. „Jongens werden letterlijk in elkaar geslagen, dat was niet normaal meer. Voor straf moesten jongens soms ook vijf of tien kilometer hardlopen. […] De bewakers schoten dan met hun geweren van achteren langs hen heen, om hen op te zwepen als ze niet hard genoeg liepen, En als de bewakers een hele goede bui hadden, dan werden de zes of zeven bouviers, die in het kamp waren, losgelaten.”

Noorlag brengt in beeld waarom mensen kozen voor de NSB en welke gevolgen die keuze later zou hebben. De titel ”Een leven lang gezwegen” is wat dat betreft sprekend genoeg. Het boek mist helaas een gedegen vraagstelling. Daarmee hadden de hoofdstukken een bepaalde opbouw kunnen krijgen. Ook was de conclusie dan wellicht meer inhoudelijk geweest dan nu het geval is. Niet altijd is duidelijk hoe betrouwbaar de uitspraken zijn; wellicht was het goed geweest de interviews expliciet te becommentariëren.

Prof. dr. P. Romijn stelt terecht dat „de methode van oral history, die Alie Noorlag heeft benut, een belangrijke aanvulling” vormt op de geschiedenis van de NSB. Kleine foutjes zoals de afkorting NSDAP voor de Nederlandse Nationaal-Socialistische Partij storen dan ook niet. Meer en betere informatie over het onderwerp is echter te vinden in het boek ”Fout geboren” van Bas Kromhout.

Gehuild, gehuild
En hoe afgrijselijk de politieke keuze van NSB’ers ook was, een foto van twee kleine peuters die hun vader moeten missen, wekt medelijden. De vader sneuvelde op 30-jarige leeftijd in Rusland. Dochter Heinke bezocht jaren later het gebied waar haar vader vocht en omkwam. „Ofschoon we geen graf gevonden hebben, zijn we in dat kleine dorp geweest waar vader ’gevallen’ is. […] Ik heb gehuild, gehuild, gehuild.”

N.a.v. ”Zo zong de NSB. Liedcultuur van de NSB, 1931-1945”, door Gerard Groeneveld; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2007; ISBN 978 90 775 0366 9; 256 blz., inclusief cd; € 27,50;

”Een leven lang gezwegen. Getuigenissen van voormalige NSB’ers en hun familie”, door Alie Noorlag; uitg. Profiel, Bedum, 2007; ISBN 978 90 529 4394 7; 224 blz.; € 16,50.

Zwart-rood
Zwart-rood banier in gouden morgenzonne,

In ’t strijdperk voort! Voor ’t heilig ideaal!

Zwart-rood banier, waai over de miljoenen:

Aan ons behoort het rijk der zegepraal!

Zwart-rood banier, voor ’n volk van kameraden,

In mannenknuist, waar storm en strijd ontbrandt!

Zwart-rood banier, waar lafaards ons verraden:

In onze vuist de vlag voor volk en land!

Zwart-rood vooraan: die vlag dan hoog geheven,

Tot strijd bereid, als ’t moet tot in den dood!

Zwart-rood vooraan, voor ’t doel waarnaar wij streven:

In nieuwen tijd waait onze vaan zwart-rood!

Zwart-rood banier in gouden morgenzonne,

In ’t strijdperk voort! Voor ’t heilig ideaal!

Zwart-rood banier, waai over de miljoenen:

Aan ons behoort het rijk der zegepraal!

Zwart-rood vooruit, gij vlag der veelgesmaden!

De morgen lacht: ons wacht een nieuwe dag!

Zwart-rood vooruit! Houdt zee dan, kameraden,

In trouwe wacht om onze zegevlag!

NSB-componist en -dichter Melchert Schuurman schreef in 1937 het lied ”Zwart-rood”, geïnspireerd door de kleuren van de NSB-vlag. Het lied zou deel gaan uitmaken van het vaste repertoire van de beweging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer