„Open debat over bio-industrie onmogelijk”
DEN HAAG - De Tweede Kamer besloot vorige week het burgerinitiatief van Milieudefensie over de intensieve veehouderij op de agenda te zetten. Daarmee is niet gezegd dat de Kamer de voorstellen van de milieuclub overneemt. Integendeel. „Dat zou funest zijn voor de agrarische sector.”
Een einde maken aan de bio-industrie door een halvering van de veestapel en een omschakeling naar uitsluitend grondgebonden landbouw. Milieudefensie zet hoog in met haar burgerinitiatief. De Kamer bepaalde vorige week dat het initiatief aan de voorwaarden voldoet; er zijn 106.975 handtekeningen opgehaald, veel meer dan de 40.000 die nodig zijn om een onderwerp op de Kameragenda te zetten.„Er is onvrede in de samenleving over de intensieve veehouderij”, concludeert Wouter van Eck, campagneleider landbouw en voedsel bij Milieudefensie. „We zonnen op een manier om die onvrede onder de aandacht van de politiek te brengen. Het burgerinitiatief kwam als geroepen.”
De Kamer stemde in februari vorig jaar in met deze variant van bestuurlijke vernieuwing. Antirookorganisatie Clean Air Now (CAN) probeerde vorig jaar voor het eerst een onderwerp op de Kameragenda te zetten. CAN verzamelde genoeg handtekeningen, maar de Kamer wees het voorstel af omdat het onderwerp nog recent door het parlement was behandeld.
Milieudefensie hoopt op een „nieuw, open debat” over de intensieve veehouderij, zegt Van Eck. „Het burgerinitiatief is een nieuw instrument en ik hoop op een open dialoog met alle politieke partijen. Ik verwacht dat ze op een frisse manier naar het onderwerp zullen kijken.”
De nestor van de Tweede Kamer, SGP-fractievoorzitter Van der Vlies, is daar niet zo optimistisch over. „Onderwerpen met een open vizier tegemoet treden is in de politiek bijna niet mogelijk. De meeste zaken hebben een uitgebreide voorgeschiedenis.” De SGP’er wil het burgerinitiatief wel „zo objectief mogelijk benaderen. We moeten de burgers niet nog meer frustreren; dan maak je de kloof tussen burger en politiek alleen maar groter.”
Daarmee is niet gezegd dat Van der Vlies de voorstellen van Milieudefensie ook steunt. „Ik ga natuurlijk naar hen luisteren, maar ga niet blanco het debat in om dan maar te zien waar ik uitkom.” Nog sterker: de SGP-leider hoopt dat de plannen van Milieudefensie de eindstreep niet halen. „Ze zijn rigoureus én funest voor de agrarische sector. Veel veehouderijen zouden drastisch moeten afslanken. Bovendien is het maar de vraag of andere ondernemingen in de keten, zoals veevoederfabrikanten en slachterijen, die afslanking van de sector aankunnen.”
Fel verzet kan Milieudefensie ook verwachten van het CDA. De voorstellen van Milieudefensie „mogen niet, werken niet en zijn niet nodig”, aldus Kamerlid Koopmans. De milieuorganisatie koerst aan op een toekomst zonder boeren, stelt hij. „Een halvering van de veestapel zonder haalbare compensatie van boereninkomens brengt armoede op het platteland.”
De veehouderij in Nederland heeft haar zaakjes juist netjes voor elkaar, betoogt Koopmans. „Als je in Polen kippen en varkens zou loslaten, rennen ze in rijen van drie naar Nederland; zo graag zouden ze hier willen zijn.”
Veel steun krijgt Milieudefensie ook al niet van VVD, Partij voor de Vrijheid en ChristenUnie. Zelfs niet van de PvdA van Kamerlid Waalkens, twee jaar achtereen door de Dierenbescherming uitgeroepen tot dierenbeschermer van het jaar. „Een halvering van de veestapel, zoals Milieudefensie voorstelt, daar ga ik niet op in”, zegt Waalkens. „Het maakt mij niet uit hoeveel dieren er zijn, als ze maar goed worden gehouden.”
Het burgerinitiatief kan wel op instemming van GroenLinks, SP en de Partij voor de Dieren rekenen. Die laatste partij schaart zich er volledig achter. Fractievoorzitter Thieme betreurt het dat de plannen van Milieudefensie niet worden gesteund door een Kamermeerderheid. „Het initiatief zie ik als een ondersteuning van de uitslag van de Kamerverkiezingen. Het zou erg jammer zijn als de Kamer de voorstellen niet overneemt.”
De Kamer debatteert er voor de zomer over. Milieudefensie past haar plannen in de tussentijd niet meer aan om steun van meer partijen te krijgen. „De verandering van de intensieve veehouderij zal niet in één nacht gebeuren”, aldus Van Eck, „maar het debat kan er wel voor zorgen dat we in fases teruggaan naar diervriendelijke, grondgebonden veehouderij.”